zaterdag 23 september 2023

Het middel als doel

Schrijverswerkplaats met Jan J.B. Kuipers

Overgenomen van:

https://debaaierd.nl/actueel/2023/schrijverswerkplaats-met-jan-j-b-kuipers/

Tijdens de Schrijverswerkplaatsen van het Baaierdgilde ga je samen met andere Zeeuwse schrijvers aan de slag. Dat doe je onder leiding van een Gildemeester, een van de acht gevestigde schrijvers die, elk in hun eigen genre, één ultiem schrijversinzicht aanreiken. Met dit instrument in de hand kijk je opnieuw naar je eigen teksten én die van je collega’s.

De meester van dienst: Jan J.B. Kuipers


De man met de megafoon, oud-stadsdichter van Middelburg, redactielid van literair tijdschrift Ballustrada, schrijver van een duizelingwekkend aantal boeken. Van geschiedschrijving tot fantasy, proza, poëzie, thrillers, satire… Én essayistiek, dat illustere literaire genre waarin “het schrijven met al zijn technieken en trucs” niet “in dienst van iets anders staat,” aldus de meester. Nee, “in het essay is het schrijfproces het doel.”

Essayistiek: betoog noch poëzie

Geen trek om het zoeken zomaar op te geven en je te schikken naar een eenduidige conclusie? Pluis je graag al schrijvende uit wat je bevroedt, liever dan dat je een concrete vraag stelt en beantwoordt? Dan schrijf je waarschijnlijk slechte artikelen maar goede essays. Of, in de woorden van Jan J.B. Kuipers, in het essay gaat het om “een verrijking van het oorspronkelijke ‘waarom’, in plaats van een triomfantelijk ‘daarom’.” Tijdens deze Schrijverswerkplaats kijken we naar de balans tussen retoriek en waarheidsvinding, de eigenheid van het essay, de betekenis van zijpaden en toeval, en aantrekkelijke vormen van dat essentiële ingrediënt: subjectiviteit en zelfreflectie als deel van de beschreven zaak.

Schrijf je mee?

Schrijvers van alle niveaus kunnen meedoen. Ben je nog maar net begonnen? Schroom niet, de Werkplaatsen zijn een gezellige gelegenheid om je pen te trainen. Schrijf je al jaren, en zelfs met groot succes? Neem je ervaring mee, leer collega’s kennen, en wie weet leer ook jij wat nieuws bij.

Praktisch

Deze werkplaats gaat door op 26 oktober tussen 19.15u en 22.15u in boekhandel De Koperen Tuinkeizersdijk 16 in Goes. Je kunt je aanmelden tot en met 21 oktober, via joyce@debaaierd.nl.

Na bevestiging van je inschrijving ontvang je een filmpje waarin de meester van dienst zijn kernles, ofwel het ‘schrijfinstrument’, in een paar minuten uitlegt. We vragen je op basis daarvan een aanzet voor je essay (een inleiding of een fragment) te schrijven van max. 500 woorden.

Het aantal deelnemers is maximaal twaalf, op volgorde van inschrijving. Deelname kost in principe 10 euro. Heb je wat minder te besteden? Dan kun je kosteloos meedoen.

Kun je niet fysiek aanwezig zijn, maar wil je wel een graantje meepikken? Tijdens het eerste uur bespreken we het ‘schrijfinstrument’ van deze Schrijverswerkplaats. Je kunt bij dit eerste deel kosteloos aanschuiven via Zoom; aanmelden daarvoor kan tot en met 24 oktober.

woensdag 20 september 2023

Welkom in 'Welkom'

Het infame jongenshuis ‘Welkom’ aan de Weerdjesstraat in Arnhem was één van de vele instellingen binnen de Nederlandse jeugdzorg waar grove wantoestanden heersten; slachtoffers konden de afgelopen jaren gebruik maken van een compensatieregeling naar aanleiding van onderzoek door de Commissie De Winter. ‘Welkom’ is in 1973 ontmanteld, minstens een halve eeuw te laat.


misstanden jeugdzorg * jaren zeventig * tegencultuur * kraakbeweging

‘Welkom’ komt ook aan de orde in mijn recente boek De vlucht naar boven. Tegenculturenin Nederland in de jaren zestig en zeventig, en wel in hoofdstuk 12: ‘Pincet of nijptang? Hulp en zorg en de gerijpte subcultuur’ (pag. 212-232). De ‘barbarij van Welkom’ wordt hierin beschreven op pag. 228-231 onder het kopje 'Welkom in Welkom', ook de titel van een manuscript waaraan ik nu werk.

Afgelopen zomer stuitte ik op enkele krantenartikelen van een halve eeuw eerder, namelijk uit 1973. Allereerst vond ik ‘Arnhemse hippies zitten goed. Nieuw leven in de cel’ in het Algemeen Dagblad van 21 juli 1973; tien dagen eerder kwam Het Parool al met een verhaal over hetzelfde onderwerp: ‘Oude gevangenis voor krakers ideaal tehuis’.

 

‘Haast onvoorstelbaar’

Het artikel in AD meldt dat een groep hippe Arnhemse jongeren als nieuwste tijdverdrijf vrijwillig achter de tralies verblijft, door beslag te leggen op een ‘overjarige jeugdgevangenis, die sinds enkele maanden leeg stond’. Ze zijn bezig om de ‘erbarmelijk kale en donkere cellen’ om te toveren tot plezierige leefruimten. ‘Het is haast onvoorstelbaar dat hier zo kortgeleden nog jeugdige boefjes als ratten in de val zaten,’ schrijft de anonieme verslaggever met een effectrijk timmermanspotlood. 

De voorman van ‘het peloton beroepspandenkrakers’ is de folksinger George Moningka (23), die met zo’n dertig medestanders in de gebouwen is getrokken (36 volgens Het Parool). ‘Zwervend door de stad had ik ontdekt dat deze gevangenis niet meer werd gebruikt. Het kon niet anders of dit pand moest voor ons een soort paradijs op aarde zijn.’ De hoofdingang werd ’s nachts geforceerd. Door het lawaai gewekte omwonenden alarmeerden echter de politie en binnen tien minuten belandden de krakers weer op straat.


Tekst vervolgt onder afbeelding.

Berichtgeving in het AD, 1973.


Vervolgens nemen de krakers contact op met de eigenaar, de Christelijke vereeniging ‘Welkom’, en krijgen nota bene toestemming voorlopig in het pand te trekken. Een koerswijziging van 180 graden van deze vereniging, die zolang een miserabel instituut als ‘Welkom’ in stand heeft gehouden. Vermoedelijk gaat het om een voorloper van het anti-kraakverschijnsel: krakers of officieuze huurders in je pand toelaten om ergere schade te voorkomen.

‘De celmuren zijn rijk beschreven en beklad met obscene woorden en schetsen,’ lezen we verder. Dit lijkt de anti-kraakstelling te bevestigen, want voordien was dergelijke graffiti zeker niet toegestaan. Maar ‘sinds de krakers van Arnhem er hun intrek hebben genomen gaan deze fantasieën verscholen achter bossen hennepplantjes die weelderig bloeien. De kijkgaten in de deuren zijn met gekleurd papier afgedekt en de kille cementen celvloeren zijn bedekt met fraaie tiendehands kleedjes.’

 

Macrobiotische dromen

De nieuwe bewoners hebben grote plannen. Op de grauwe en grijze binnenplaats, het plein waar in haveloos blauw gehulde jongens ontelbare keren een gedisciplineerde rij hebben gevormd, willen de krakers een fontein bouwen. De voormalige luchtplaats achterin, ook gebruikt voor balspelen en dergelijke, is blijkens een foto in de krant nog altijd omgeven door hoge, naar binnen wijkende prikkeldraadhekken die doen denken aan een concentratiekamp. Dit nare oord moet een theetuin worden. De jongeren gaan ook winkeltjes en werkplaatsjes voor sieraden en kleding inrichten.

Anders dan in veel kraakpanden zijn ook ongehuwde moeders met hun kinderen welkom in het voormalige ‘Welkom’. Het eerdere Parool-artikel verschaft wat nadere gegevens. Behalve sieraden, thee uit een eigen theetuin en kleding willen de krakers macrobiotische producten en schilderijtjes aanbieden, en een muziekstudio en een balletzaaltje inrichten. 

 

‘Een smerig pakhuis’

Twee maanden vóór de krakers aan het eind van juni 1973 ‘Welkom’ kraken zaten er nog ‘jeugdige delinquenten’ opgesloten. De sluiting was volgens Het Parool een gevolg van een geruchtmakend conflict tussen staf en bestuur in 1971, dat leidde tot Kamervragen en er uiteindelijk voor zorgde dat ‘de jeugdgevangenis, door sommigen geschetst als een smerig pakhuis met piepkleine celletjes, ongeschikt werd verklaard voor opvang van jonge delinquenten en werd ontruimd’.

Er is natuurlijk weinig van de plannen van Moningka en zijn groep terechtgekomen. De gebouwen van ‘Welkom’ zijn spoedig gesloopt, de hele omgeving gesaneerd en opgekalefaterd. Ik vind het toch een bevrijdend idee dat het oude ‘Welkom’ voor een tijdje werd overgenomen door juist het type ‘langharig werkschuw tuig’ – de geuzennaam uit Hitweek – dat dit instituut zo drastisch en zo vergeefs van de aardbodem had willen laten verdwijnen.

 

***

Misschien ook leuk:



De Nederlandse samenleving veranderde razendsnel aan het eind van de negentiende eeuw. Oude, vertrouwde waarden wankelden door een stroom aan nieuwe ideeën en levensstijlen. Alles moest anders: de inrichting van de maatschappij, de omgang met het lichaam en ook religie en spiritualiteit. Anarchisten, vegetariërs, theosofen, spiritisten, utopische kolonisten, feministen, strijders voor homorechten: de verschillende stemmen van linkse activisten tot ultrarechtse ‘trekvogels’ en reactionaire cultuurcritici vormden een verwarrend koor.

'Jan J.B. Kuipers belicht de versplintering van het levensbeschouwelijke landschap in een periode die werd gekenmerkt door vaak extreme opvattingen. Hij laat de lezer kennismaken met de vaak grillige vertegenwoordigers van een onversneden individualisme.'


Bij dit boek is een interessante PODCAST gemaakt, te downloaden via Podcast Hoog Tijd - Dwepers en dromers of in iTunes of Spotify (zoek op "Hoog Tijd")


'Kuipers heeft een boek geschreven waarin recht wordt gedaan aan al die idealistische strevers naar een betere wereld.'

Willem Huberts in Tijdschrift voor geschiedenis

woensdag 6 september 2023

Lezing 'Van schootsveld tot schanskorf' in IJzendijke

Op vrjjdagavond 20 oktober geef ik een lezing met powerpoint in museum Het Bolwerk in IJzendijke (Markt 28), getiteld: 'Van schootsveld tot schanskorf. Legers en soldaten tijdens de Opstand'. Aanvang 19:30 uur, toegang € 8,--; reserveren kan vóór 13 oktober (museuminfo@zeelandnet.nl, tel. 0117 301200).


We bespreken de voorgeschiedenis van het belangrijke fenomeen van de huurlingenlegers, de opbouw van de Spaanse en Staatse strijdkrachten, de tactieken in het veld inclusief belegeringen en natuurlijk het soldatenleven. Naast de belangrijke rol van de Spaanse tercio’s bekijken we de route die de Spaanse troepen moesten afleggen op weg naar de Nederlanden. 

Aan Staatse zijde komen onder meer de militaire hervormingen van Willem-Lodewijk en Maurits aan de orde, en de rol van de wiskundige en ingenieur Simon Stevin hierbij. Mooie details als het Sluise ‘Amazonenleger’ van Catharina Rose en Maaiken in den Hert passeren uiteraard ook de revue.

De lezing vloeit deels voort uit de recente herdruk van mijn boek De Staats-Spaanse Linies. Monumenten van conflict en cultuur bij Walburg Pers | 248 blz., € 39,99, e-boek € 19,99 | ISBN 9789462499843


De latere zestiende eeuw is een tijd van oproer en oorlog, waarin ook de Staats-Spaanse Linies ontstaan. Dit complex van forten, schansen, linies en vestingstadjes telt zo’n 450 objecten in een gebied van 80 bij 40 kilometer aan weerszijden van de landsgrens tussen Knokke en Antwerpen. Scheppers zijn de Spaanse, de ‘Staatse’ en de Franse militaire apparaten gedurende de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) tot de Spaanse Successieoorlog (1701-1714) – latere aanpassingen niet meegerekend. Sommige elementen spelen nog een rol in de Tweede Wereldoorlog. De Staats-Spaanse Linies plaatst de Linies in de historische en krijgshistorische context.





dinsdag 8 augustus 2023

Regen in Oudenbosch en een weerspannige koning

Regent het in Oudenbosch? Bezoek dan het Nederlands Zouavenmuseum - ook leuk als het droog is, trouwens. Na jaren weer eens hier geweest, het museum ademt net als het nabije Natuurhistorisch en Volkenkundig Museum de sfeer van (vele) decennia terug. 


De zouaven waren vrijwilligers die tussen 1861 en 1870 de pauselijke staat verdedigden tegen de Italiaanse nationalisten onder de befaamde Garibaldi. Ze waren herkenbaar aan hun uniform met pofbroek. De benaming 'zouaven' vindt haar oorsprong in Algerije waar het Franse leger de Berberstam zouaouwa in haar gelederen opnam. De naam zouaouwa werd door de Fransen verbasterd tot Zouaven. Vreemd genoeg kwamen de meeste zouaven die de paus te hulp snelden uit de katholieke delen van Nederland.

Borstbeeld Willem III in het
Zouavenmuseum (foto HMD Dekker).

In de gang van het Zouavenmuseum zag ik een borstbeeld van (de protestantse) koning Willem III dat ik me niet herinnerde. Het bijschrift luidt: 'Z.M. Koning Willem III. Als opperbevelhebber van het Nederlandse Leger, fier meelevend met onze Nederlandse jongens in Rome. "Zij verdedigen de zaak van den rechtvaardige en den verdrukte; ik stel er eene eer in hun Vorst te zijn."'

Vreemd - nog geen decennium tevoren, in 1853, had Willem zich nog fel verzet tegen de katholieke emancipatie, c.q. het herstel van de bisschoppelijke hierarchie in Nederland. Dit leidde zelfs tot de val van het kabinet. 

In mijn boek Willem III, de weerspannige koning komt deze kwestie uiteraard ook aan de orde. Over het ontslag van de ministers bijvoorbeeld:

'Katholieken spraken van een poging tot staatsgreep door de koning; dergelijke boude beweringen werden ingegeven door nog onbesuisdere uitspraken van Willem III zelf, die weliswaar meestal in klein comité werden geuit, maar wegens hun gepeperde karakter toch de weg naar een groter publiek vonden. Zo zou hij de minister van Oorlog hebben voorgesteld om Rome vanuit zee te bombarderen. Toen men hem in herinnering bracht dat Rome helemaal niet aan zee lag, stelde Willem III een beschieting van Rome’s haven Citavecchia voor.'

De affaire was maar één van de beroeringen en schandaaltjes, waarvan Willems leven wel een aaneenschakeling leek. Willems koningschap (van 1849 tot 1890) is vooral van belang door de periode waarin het viel: een tijd van transformatie naar een samenleving, gekenmerkt door verstedelijking, industrialisering met alle uitwassen van dien en democratisering. En ook van wetenschappelijke en technologische revoluties en conflicten tussen grote, naburige naties.

Luxemburgse kwestie


Willem besteeg de troon na enkele internationale affaires. De Belgische revolutie van 1830 had het koninkrijk gesplitst. Vervolgens kwam het Europese revolutiejaar 1848, dat Nederland een nieuwe grondwet bracht. Willems koningschap werd geplaagd door één serieuze internationale aangelegenheid: de Luxemburgse kwestie (1866/67), die Nederland in een heikele positie tussen Pruisen en Frankrijk bracht. Binnenlandse moeilijkheden waren vaak te wijten aan Willems karakter. In zijn drift dreigde hij bijvoorbeeld Schiedam te bombarderen, of ministers te laten executeren. Men schreef het toe aan het deels Russische ‘Romanov-bloed’ van de koning.

Anderzijds was hij een muziek- en kunstminnend man, met brede belangstelling voor technologische ontwikkelingen, landbouwwetenschap en infrastructuur. Willem kon ook zeer innemend en joviaal uit de hoek komen, en toonde zich bij de watersnoden van 1855 en 1861 zeer betrokken.



Beschikbaar als hardback en ebook (resp. € 31,99 en € 15,99).

***

Lees ook mijn Dwepers en dromers. Tegenculturen in Nederland, 1890-1940, waarin Willems rol als 'Koning Gorilla' uitgebreid aan bod komt als dé affaire van de late jaren 1880.

De Nederlandse samenleving veranderde razendsnel aan het eind van de negentiende eeuw. Oude, vertrouwde waarden wankelden door een stroom aan nieuwe ideeën en levensstijlen. Alles moest anders: de inrichting van de maatschappij, de omgang met het lichaam en ook religie en spiritualiteit. Anarchisten, vegetariërs, theosofen, spiritisten, utopische kolonisten, feministen, strijders voor homorechten: de verschillende stemmen van linkse activisten tot ultrarechtse ‘trekvogels’ en reactionaire cultuurcritici vormden een verwarrend koor.

'Jan J.B. Kuipers belicht de versplintering van het levensbeschouwelijke landschap in een periode die werd gekenmerkt door vaak extreme opvattingen. Hij laat de lezer kennismaken met de vaak grillige vertegenwoordigers van een onversneden individualisme.'

Bij dit boek is een interessante PODCAST gemaakt, te downloaden via Podcast Hoog Tijd - Dwepers en dromers of in iTunes of Spotify (zoek op "Hoog Tijd")

'Kuipers heeft een boek geschreven waarin recht wordt gedaan aan al die idealistische strevers naar een betere wereld.'
Willem Huberts in Tijdschrift voor geschiedenis

donderdag 3 augustus 2023

Ursula, Keulen, Hanze en veel meer middeleeuwen

Op 22 juli de eerste dag van het middeleeuwenweekend in Museumpark ARCHEON (Alphen a/d Rijn) meegemaakt. Aanvankelijk regenachtig, maar geanimeerd. Eén van de vele attracties was het kraampje Heiligenvertelsels, met fraaie verhalen over, en replica-voorbeelden van wonderlijke heiligen en relieken.

Heiligenvertelsels in ARCHEON met 'relieken';
foto H.M.D. Dekker.
Een van de opvallendste legenden die vanuit deze 'santenkraam' werd verteld handelde over Sint-Ursula, over wier verhaal en materiële sporen  ik kort geleden dit artikel schreef in Archeologie Magazine. 

Een aanleiding voor dat artikel was de postume band van Ursula met de Hanze via de stad Keulen, hoofdstad van het westelijke Drittel van de Hanze. 

In Keulen zou Sint-Ursula met haar 11.000 maagden de dood hebben gevonden. De ontgraving van een groot Romeins grafveld aan het begin van de twaalfde eeuw leverde talloze 'relieken' op van deze heilige en haar omvangrijke gevolg: een misverstand met enorme gevolgen.

In mijn onlangs herdrukte boek De Hanze. Kooplui, koningen, steden en staten speelt de cultus van Ursula in het kader van het Hanzenetwerk, en haar band met 'het' Hanzescheepstype de kogge dan ook de rol die deze toekomt. 


***

Lees ook Nederland in de middeleeuwen als hardback (€ 31,99) of epub (€ 15,99).




Nederland in de Middeleeuwen
De CANON van ons middeleeuws verleden

Deze uitgave toont hoe een drassige uithoek van het Romeinse Rijk zich tussen circa 500 en 1500 ontwikkelde tot een veelzijdig samenstel van graafschappen, hertogdommen en heerlijkheden, agrarische en handelsgemeenschappen, steden en dorpen. Op zand, veen en klei, langs de rivieren en de Noordzeekust. Hoe er langzaam eenheidsgevoel ontstond én hoe dit besef steeds ondergraven werd door vaak bloedige strijd tussen lokale en regionale belangen, standen en klassen.


ISBN 9789462494688
Uitvoering Hardback
Aantal pagina's 192
Afmetingen 23.5 x 28 x 1.9 cm
Serie De witte Canon-serie
Middeleeuwenweek ARCHEON, juli 2023;
foto H.M.D. Dekker.


donderdag 6 juli 2023

Herdruk DE HANZE in het Hanzejaar 2023

Tijdens het Hanzejaar 2023 staan negen Hanzesteden in Oost-Nederland van 1 april t/m 31 december in het teken van het eeuwenoude Hanze-gedachtengoed. Negen maanden lang staan negen Hanzesteden Deventer, Doesburg, Elburg, Harderwijk, Hasselt, Hattem, Kampen, Zutphen en Zwolle bomvol evenementen. Vanwege dit jaar is ook een herdruk verschenen van De Hanze. Kooplui, koningen, steden en staten. 

De Hanze was dé ‘internationale’ handelsorganisatie van middeleeuws Europa. Toen zij in 1356 in Lübeck een officieel stedenverbond werd, had zij al een voorgeschiedenis van eeuwen. Ooit bestonden verschillende Hanzen, zoals de Vlaamse Hanze van Londen. De Hanze domineerde de handel op de Noord- en Oostzee. Haar buitenposten waren vier ‘Kantoren’ in Novgorod, Bergen, Londen en Brugge (later Antwerpen).

Niet alleen de IJsselsteden


De Nederlandse Hanzegeschiedenis concentreert zich rond de IJssel- en andere oostelijke steden: Deventer, Zutphen, Kampen, Zwolle, maar bijvoorbeeld ook Groningen, Stavoren, Nijmegen, Roermond. Voor Vlaanderen, Holland en Zeeland was het Hanzenetwerk eveneens belangrijk. Het leidde tot ingrijpende conflicten als de Hollands-Wendische Oorlog (1438-1441). De neergang voltrok zich in de zestiende eeuw. De oostelijke steden verloren hun positie. Voor Holland en Zeeland resteerde de ‘moedernegotie’: fundament van de wereldomspannende handel in de zeventiende eeuw.


De Hanze. Kooplui, koningen, steden & staten schildert een kleurrijk panorama. Van Londen tot Novgorod; van Kampen, het ‘Rotterdam van de middeleeuwen’, tot de Waag van Doesburg. Vanaf de voorgeschiedenis passeren de verschillende fasen tot het langdurige einde. Met aandacht voor de Hanzeoorlogen, de robuuste kogge, de inzet van kaapvaart en de vage grens met zeeroof. Voor staatkundige ontwikkelingen, opmerkelijke actoren, de culturele erfenis – Hanzegotiek, portretkunst, literatuur en muziek. Zelfs voor ‘de Hanze na de Hanze’.


Prijs: € 29,99
ISBN 9789462494466
Uitvoering: Groot formaat, hardback
Aantal pagina's: 160

Eveneens beschikbaar als 
eBook ePub - € 14,99

***

Ook interessant en actueel: De VOC. Een multinational onder zeil, 1602-1799
€ 31, 99, eBook ePub € 15,99




woensdag 5 juli 2023

Hygelacs eiland

Net verschenen als goedkope smashwords-editie (e-book): Hygelacs eiland, een novelle over een half legendarische figuur uit de 'Nederlandse' vroege middeleeuwen.

Wie herinnert zich nog Hygelac? Hij was de koning van de Geten of Gauten, zo reusachtig dat geen paard hem kon dragen. De Franken doodden hem toen hij met zijn vloot in het eerste kwart van de zesde eeuw een strooptocht hield langs de Rijn. Nadien werden zijn beenderen bewaard op een eiland in het mondingsgebied van de rivier, waar allerlei reizigers ernaar kwamen kijken.

Merkwaardige figuren


In deze novelle treffen enkele hoogst merkwaardige reizigers elkaar om het gebeente te aanschouwen. Prins Radigis en de Angelsaksische koningin Ethelreda, de mysterieuze tweeling Ginebra en Fionan, wit als kalk, de zendeling Amplissimus en zijn wufte dienaar Madeh: allen hebben hun redenen om hier te zijn, sommige vreemder dan vreemd. En dan is er ook nog de inheemse sibbe van de Snoeksnuiten. Zal de hoeder van de beenderen de vrede kunnen bewaren en de kostbare botten weten te behouden? Een uitgebreid nawoord bij het verhaal belicht de historische achtergronden en de dynamiek tussen verschillende personages.


Ik geef het nawoord hier weer:

Historische achtergrond

Hygelacs eiland is mijn bijdrage aan de hedendaagse Beowulf-traditie, zou je kunnen zeggen. Want Hygelac wordt als koning uit de zesde eeuw genoemd in het Oud-Engelse gedicht Beowulf. Hij is Beowulfs oom, maar tegelijk een historische figuur die we kennen uit de geschiedschrijving van de Franken door Gregorius van Tours, eveneens uit de zesde eeuw. Hygelac is koning van de Geats, Gauten of Geten, één van die raadselachtige volken uit de periode van de Volksverhuizingen; een mogelijk verband met de bekende, uit Scandinavië stammende Goten is vaag en dubieus.


Sinds het werk van de Deense schrijver Nikolaj Frederik Severin Grundtvig (1783-1872) wordt Hygelac geïdentificeerd met de Deense koning Chlochilaich, en het is deze die wordt genoemd in de Historia Francorum van Gregorius van Tours. Onder zijn leiding (en in gezelschap van Beowulf) was er in het begin van de zesde eeuw een Deense inval in de Lage Landen, gedurende de regeerperiode van koning Theuderik I. Hygelac was met zijn Deens-Gautische vloot de Nederlandse rivieren opgevaren om de omgeving uit te plunderen.

Theuderik stuurde zijn zoon Theudebert I erheen. Tijdens de Slag aan de Rijn in 526 moet Hygelac zijn gesneuveld. Zijn reusachtige beenderen zouden nog lange tijd op een eiland in de mon­ding van de Rijn zijn getoond ‘als een wonder aan reizigers van ver weg’. Deze informatie danken we aan het Liber monstrorum de Diversis Generibus (‘Boek van monsters van verschillende soorten’) uit ongeveer 700. Het noemde de verbazingwekkende proto-Viking Hygelac een ‘wezen van ongelooflijke grootte’; ‘vanaf dat hij twaalf jaar oud was kon geen paard hem dragen’, een overlevering die we ook kennen van de grote Viking Rollo de Wandelaar (ca. 846-933), de eerste hertog van Normandië.

Het verhaal

De ‘tentoonstelling’ van Hygelacs botten op het eiland in de Rijn is het uitgangspunt van mijn verhaal. Bijna iedereen in deze geschiedenis is een soort ‘anderling’, hoewel de namen en sommige daden van Hygelac, Theudebert en Radigis aan historische teksten zijn ontleend. Hygelac is de centrale figuur in het beschreven gezelschap, ofschoon hij dood is en zijn geraamte misschien is samengeflanst uit wat toevallig voorhanden was, zoals in de negentiende eeuw zeemeerminnen werden gemaakt door handige kermisartiesten.


*** Lees ook Nederland in de middeleeuwen. De canon van ons middeleeuws verleden ***


Een ‘temporele’ anderling is Madeh, wiens naam en contouren ik heb geleend uit de roman L’Agonie van Jean Lombard (1888), die zich afspeelt ten tijde van de Romeinse keizer Heliogabalus (218-222). Een andere wereld, een andere tijd (ruim drie eeuwen vóór de periode waarin mijn verhaal speelt). Dergelijke in de tijd verdwaalden hebben zich vaker in mijn verhalen gedrongen; een ander voorbeeld is dr. Riedenschneider in ‘De presentatie’, opgenomen in mijn bundel Hubake’s Huis (Verschijnsel, 2011). Wat Madeh betreft – zodra de geheimzinnige tweeling Ginebra (‘wit als schuim’) en Fionan (‘de witte, eerlijke’) in de vertelling verscheen wist ik dat er een soortgelijke exoot uit een andere windstreek nodig was, een hermafrodietachtig personage dat onweerstaanbaar naar dat spiegelduo werd getrokken, om daar als het ware in te worden opgenomen. 

Toen deze unie door een zoveelste zondeval verbroken werd en Madeh weer naar buiten kwam, moest ook de wereld van het verhaal verbrokkelen en verloren gaan. Zo worden legenden geboren – uit andere legenden. De tweeling is vermoedelijk het meest conventionele stel anderlingen: alven zijn waarschijnlijk, zoals iedereen weet, de voorlopers van de ufonauten. Ze zijn, net als Ethelreda, in hun witte schip van overzee gekomen, maar van verder dan de Angelsaksische landen, misschien uit de ‘andere wereld’ van Ethelreda’s land? De wetten van de sage en de historische letterkunde gebieden dat deze zaken vaag blijven.


Eerder verscheen bij smashwords de Engelstalige versie About Hygelac

Alle e-books van Jan J.B. Kuipers op smashwords

Het middel als doel

Schrijverswerkplaats met Jan J.B. Kuipers Overgenomen van : https://debaaierd.nl/actueel/2023/schrijverswerkplaats-met-jan-j-b-kuipers/ Tijd...