zaterdag 15 februari 2025

'Strijd om Rome' van Felix Dahn

Foto J.J.B. Kuipers
Wat zien we hier? Het voorplat van Strijd om Rome dl. II, een historisch 'jongensboek' van Felix Dahn dat oorspronkelijke verscheen in 1876 als Ein Kampf um Rom


De hier getoonde omslag hoort bij een Nederlandse uitgave uit 1961, verschenen bij V.A. Kramers in 's-Gravenhage. Ik kocht dat boek jaren geleden ergens in een rommelzaak of bij een boekenkraam voor één euro of iets dergelijks..

Je kunt het boek nog steeds bestellen voor ongeveer het vijfvoudige van dit bedrag (plus portokosten)  Ik schreef er enkele regels over in een recent artikel voor Historiek, namelijk Gotische ‘barbaar’ Theodorik de Grote werd legitiem Romeins heerser,  in het kader van de mythevorming en literaire verwerking rondom deze Ostrogotische koning uit de vijfde en zesde eeuw.

In Wikipedia lezen we, dat het boek tot aan de Tweede Wereldooorlog grote populariteit genoot, vooral bij jongens tussen de 12 en de 15 jaar oud. "Ook daarna verschenen nog de nodige herdrukken, maar doordat het boek ten onrechte [werd] geïdentificeerd met het Germaanse ideaalbeeld van de nationaalsocialisten nam de belangstelling voor dit werk bij jongeren sterk af. Wel werd het boek als symbool van de Germaanse mythe in Duitsland in toenemende mate object van historisch onderzoek."

Felix Dahn (1834-1912) was als negentiende-eeuwer een Duits-nationaal, zeg gerust nationalistisch denkende figuur, maar hoe zijn uitputtende roman aan een nationaalsocialistisch ideaalbeeld kan worden gesmeed, is me onduidelijk, het lijkt sterk overdreven.


Op basis van Ein Kampf um Rom is in elk geval in 1968/1969 nog een tweedelige spektakelfilm gemaakt over Theodorik en de Gotische Oorlog die na zijn dood zijn rijk verwoestte: Kampf um Rom I (1968) en Kampf um Rom II – Der Verrat (1969), met niemand minder dan Orson Welles in de rol van de Byzantijnse keizer Justinianus.

Weinig hedendaagse jongeren, de echte geschiedenisfreaks daargelaten, zullen nog genieten van Dahns wat langdradige epos met zijn vloed aan gebeurtenissen, namen en pathetische wendingen. Maar ik heb, als volwassene, dat wel gedaan - ervan genoten. Misschien ook juist vanwege de gedateerdheid.

Verder overzicht van mijn artikelen op Historiek: klik HIER.

***

Misschien ook leuk:  Nederland in de middeleeuwen. De CANON van ons middeleeuws verleden. Alleen nog verkrijgbaar als e-boek!


Prijs
€ 16,99
ISBN
9789462491946

zaterdag 8 februari 2025

        DUINPAD IN OORLOGSGEBIED

        Een smal duinpad met generaal te paard
        De bomen gedrild door de wind buigen
        Oostwaarts zoals ooit de verrezenen
        Hij zoekt de grot waar nooit het tinkelen

        Van de onderscheidingen wordt verstoord
        De grot der erkenning is dat oord, een
        Schimmenleger als sleepnet achter hem
        Aan tot in dat grootste der konijnenholen

        Het front wijkt verstolen, de wind dwingt
        Zelfs de eik tot berkenbroed en als eindelijk
        De generaal naar buiten komt, bezield van

        Nieuwe moed is hij schimmenvrij, de held
        Die alles opkroppen kan, niets dan een
        Wandelaar wiens blik alleen passanten velt


        Jan J.B. Kuipers

Dishoek, foto H.M.D. Dekker.


***


Neem nu een abonnement of bestel het nieuwe nummer!
Thema: DE TIJDGEEST




Los dubbelnummer € 12,50 | Abonnement € 20,00, 4 nummers inclusief porto
Bankrekening NL35 ABNA 049 92 02 864 t.n.v. Stichting Zeeuws Licht


Redactie: André van der Veeke, Jan J.B. Kuipers, Johan Everaers, Ko de Jonge.
Vaste medewerkers: Kees Klok, Paul van Leeuwenkamp, Thom Schrijer, Jos Rouw (webzaken)


Contact: avdveeke@zeelandnet.nl

zondag 19 januari 2025

'Weirdo-alternatieve geschiedenis' met 'Loreley'

Commentaren van de publieksjury van de EdgeZero Award 2024 bij mijn verhaal 'Lorely' dat de vierde plaats haalde.

'Loreley' werd oorspronkelijk gepubliceerd in: 
Wonderwaan 53, ‘Huizen van macht’, 2023, 170-189 en nadien in: EdgeZero. De beste Nederlandse genreverhalen uit 2023 (Z.pl.: EdgeZero Publicaties, 2024), 252-263.

Link naar de digitale versie van het verhaal: https://edge-zero.com/loreley-jan-j-b-kuipers/


- Loreley van Jan J.B. Kuipers speelt zich af op een riviercruise die op weg is naar de Loreley-rots, waar de herrezen nimf met haar gezang schepen vernietigt. De expeditie, geleid door Dr. Feisten, probeert met een muzikale therapie de bovennatuurlijke krachten van Loreley te beteugelen. Terwijl de crew twijfelt aan de wetenschappelijke uitleg van hun leider, blijft de dreiging van de nimf sterk aanwezig. De mythologische en psychologische thema’s vermengen zich tot een verhaal dat treffend reflecteert op de verhouding tussen werkelijkheid en projectie. Erg meeslepend.

- Biedt een krachtige mengeling van mythe en wetenschap, met een duistere dreiging die voelbaar blijft. Kuipers weet spanning op te bouwen tot het einde.

- Eén woord: onheilspellend.

- Kuipers verweeft mythologische en psychologische elementen tot een verhaal vol spanning en mysterie. De sfeer blijft je bij.

- Het mythische Loreley geeft maar weer aan welk een variatie in sf en fantastiek er is in Nederland.

- Prachtig en briljant, In de alternatieve geschiedschrijving van de wetenschap ook hedendaags relevant.

- Echt een ‘Modern myth’! Intrigerend van begin tot eind.

- Niemand schrijft zo prachtig barok in Nederland als Jan. Dit verhaal blinkt uit in fraaie details die perfect passen in deze weirdo-alternatieve geschiedenis gezet rond de meanderende Rijn. Uiterst Germaans, vol boeiende invalshoeken. Het grijpt je vast en ondanks het hoogpolige taalgebruik blijft het altijd (uitdagend, maar) zeer leesbaar. Alles klopt eraan!

- Wetenschap gebalanceerd met mythologie, met een verhaal over een nimf dat je niet loslaat. De dreiging blijft voelbaar tot het einde.

- Loreley biedt een fijne mix van mythologie en suspense, waarbij Kuipers een sterke sfeer van onheil creëert, meteen al vanaf de openingsquote (Ernest Becker).

Bron: https://edge-zero.com/uitslagen-en-tussenstanden-2024/

Oorspr. ill. bij 'Loreley' (auteur)



zondag 5 januari 2025

De mythische fantast

Paul van Leeuwenkamps oratie bij de uitreiking,  tijdens de Fantasticon-V,  van de Bemoste Beeld-prijs 2024 aan Jan J.B. Kuipers


Verschenen in: Fantastische Vertellingen 45 (2024) 72, 80-87.

Beste mensen! De Bemoste Beeld-prijs!
Deze Prijs wordt nu al een aantal jaren uitgereikt en ook dit jaar is er iemand bekroond. U wilt natuurlijk allemaal weten wie dat is, maar vóór ik dat ga verklappen, ga ik eerst wat over de Prijs vertellen.

De website van de Stichting Fantastische Vertellingen vertelt ons: “De Bemoste Beeld-prijs werd rond 1990 ingesteld door de Stichting Fantastische Vertellingen. De prijs wordt sedertdien met onregelmatige tussenpozen toegekend aan oorspronkelijk Nederlandstalige auteurs of kunstenaars, die significant bijdroegen aan fantastische literatuur en kunst.

Het niet-Bemoste Beeld
(ontwerp Tais Teng).
Ingesteld door de Stichting Fantastische Vertellingen...? Ja, zo kun je dat beschrijven, maar in werkelijkheid ontstond de Prijs als een soort van baldadige jonge-hondenactie om aandacht te trekken. Twee auteurs die nog geen oeuvre hadden, Paul Harland en Tais Teng, bekroonden zichzelf voor hun oeuvre, gesteund door een uitgever, Remco Meisner, die net begonnen was met het uitgeven van Rare Boekjes. 

De Prijs zou dan ook geheel in vergetelheid zijn geraakt, ware het niet dat Remco in 2010/2011 weer uitgeversneigingen kreeg, ook geïnspireerd door zijn goede vriend Vincent van der Linden. Vincent was ernstig ziek en om deze voor de Nederlandstalige fantastische literatuur belangrijke schrijver en uitgever te eren, haalde Remco de Bemoste Beeld Prijs uit de kast, stofte deze af en reikte hem in augustus 2012 uit aan Vincent, die kort daarna, op 1 september overleed.

Daarna maakte Remco er een jaarlijkse prijs van, die hij op basis van zijn persoonlijke oordeel uitreikte.
In 2013 gaf hij hem, tot mijn grote verrassing, aan mij. Wellicht dacht hij dat ik ook nog maar kort te leven had. Vanaf dat moment mocht ik fungeren als klankbord, zonder de alleenheerschappij van Remco te doen wankelen.

In 2014 werd het Frank Roger, in 2015 Roelof Goudriaan, in 2016 Jaap Boekestein.
In 2017 wilde Remco de Prijs niet uitreiken. Op zich vond ik dat uitstekend, want jaarlijks zo’n Prijs geeft dwang, verplichting. Het gaf mij echter de gelegenheid de Prijs te kapen. Ik vond namelijk dat als iemand de Prijs verdiende, het Remco was. 

Maar ik kon mij de Prijs natuurlijk niet zomaar toe-eigenen; hij was van Remco, van de Stichting, niet van mij. En daarom vroeg ik de eerdere winnaars of ik hun toestemming had en of ze deze versie van de Prijs wilden ondersteunen. En dat wilden ze. Tais, Frank, Roelof, Jaap, ze gingen er volmondig mee akkoord. Tais maakte een prachtige oorkonde en bij de Terdoopbestelling van Ganymedes 17 wisten we Remco eindelijk tot een verlegen stilzwijgen te verrassen.

Daarna volgden Bauke Muntz in 2018, in 2019 was het Jeroen Kuypers, aka Max Moragie, Roel Thijsen, Graham Marquand en Peter Marx, Mike Jansen in 2021, Ingrid Heit in 2022 en Jos Lexmond in 2023.

KKA voor Gert & Jan Kuipers
(ontwerp Karel Thole).
In deze periode ontwikkelde de Bemoste Beeld Prijs zich tot een Prijs met meer fundament, want Remco veranderde zijn rol van absolute alleenheerser tot voorzitter van een comité dat wordt gevormd door de eerdere winnaars, die kandidaten voordragen en mogen stemmen wie de nieuwe winnaar wordt.

Wanneer je de namen van de gelauwerden overziet, is duidelijk dat de Prijs is wat hij vanaf de eerste échte toekenning aan Vincent van der Linden in 2013 is geworden: een Lifetime Achievement Award,  een erkenning, een bekroning van wat iemand gedurende zijn leven heeft bijgedragen aan iets, in ons geval de fantastische literatuur en kunst. Het mooie van zo’n Lifetime Achievement Award is dat je hem al kunt krijgen wanneer je leven nog lang niet voorbij is, zodat de gelauwerde er ook zelf van kan genieten.

De Bemoste Beeld Prijs is bij mijn weten de enige Lifetime Achievement Award voor de fantastische genres in het Nederlandse taalgebied. In 2018 werd een soortgelijke prijs uitgereikt, die de 'persoonlijkheidsprijs Annemarie van Ewyck' werd genoemd en die werd uitgereikt aan Kees van Toorn. Maar bij die ene keer is het gebleven. Ik waardeer de hulde aan Annemarie en Kees, twee mensen die waardering vanuit het genre ruim verdienen, maar voor mij illustreert die persoonlijkheidsprijs toch vooral het gebrek aan saamhorigheid en samenwerking in de fantastische genres; in plaats van de schouders te zetten onder iets wat al bestaat, de Bemoste Beeld Prijs bijvoorbeeld, zetten we er iets naast, dat dan weer een snelle dood sterft. En zo modderen we voort. Maar dus niet bij de Bemoste Beeld Prijs, die juist is gegroeid, meer inhoud, meer fundament heeft gekregen.

Ik geloof dat het Johan Klein Haneveld was die vorig jaar de Bemoste Beeld Prijs een Prijs voor enthousiasme noemde. En ook dat vind ik een mooie en terechte aanduiding van de Prijs, waarbij ik dan wel moet aangeven dat voor mij enthousiasme niet alleen gekenmerkt wordt door levendig en uitgelaten gedrag. Iedereen is anders en toont enthousiasme op zijn eigen wijze. Wanneer je decennialang bijdraagt aan het fantastische genre, het ondersteunt en uitdraagt, dan vind ik dat een vorm van enthousiasme.

Oké,  geachte toehoorders, ik zie het ongeduld in uw ogen. En daarom zal ik de volgende vijf pagina’s van deze redevoering achterwegen laten en overgaan naar de bekendmaking van winnaar van dit jaar.

De Bemoste Beeld Prijs 2024 is toegekend aan:
(tromgeroffel, paukeslagen)
Jan J.B. Kuipers
(applaus, gejoel, mensen springen op de tafels)

Ik zie nu bij velen paniek in de ogen. Ik zie u denken: zo’n uitreiking moet natuurlijk onderbouwd worden, er moet worden ingegaan op het oeuvre van de gelauwerde, en wanner het Jan J.B. Kuipers betreft, dan ben je daar al gauw een paar uur mee bezig. Daar gaat mijn lunch!

Tekst vervolgt onder afbeelding.

V.l.n.r. Jan Kuipers, Paul van Leeuwenkamp, Tais Teng
(foto Heleen Dekker).

Laat ik u geruststellen, dat ga ik niet doen. In 2023 verscheen op Fantasize in 3 delen het zeer uitgebreide interview van Isabelle Plomteux met Jan, waarin alle aspecten van zijn schrijverschap aan bod komen. Wat kan ik daar nog aan toevoegen?

Daarom zal ik mij beperken tot enkele grote lijnen.
Jan betrad het fantastische strijdtoneel samen met zijn broer Gert, met wie hij in 1983 ook de King Kong Award won. Gert ging andere dingen doen, maar Jan is sindsdien niet meer van het toneel verdwenen. Altijd in de top 10, meerdere keren de winnaar. En ook nu, meer dan veertig jaren later, is hij nog altijd overal aanwezig; in de Edge Zero-bloemlezingen met beste Nederlandstalige fantastische verhalen, in de laatste HSF, in Wonderwaan, in Ganymedes. Want daar ligt wel het accent, bij de verhalen, al verschenen ook romans zoals Kleine Leviathan (2009), Het spel om de Regendanser (2007) en Tigonius (2020), waarvan de laatste twee weer met zijn broer Gert.

Laat ik het eerst even over Gert hebben, die op 4 maart 2022 overleed, want deze Prijs is ook een beetje voor hem. Het was Gert die Jan aan de sciencefiction bracht, en die ideeën en teksten aandroeg voor een aantal verhalen. Maar Gert was wat ongedurig en het was volgens mij altijd Jan die de laatste hand aan een werk legde, die het resultaat maakte tot fictie van hoge kwaliteit.

Terug naar Jan, die nu al meer dan 40 jaar met kwalitatief hoogstaande fictie in de Nederlandstalige fantastische literatuur aanwezig is. Dat is op zich al een uiting van enthousiasme voor het genre.

Ontwerp Tais Teng.
Het genre?
Welk genre schrijft Jan eigenlijk?
De flaptekst van Jans Kleine Leviathan uit 2009 noemt zijn werk 'meta-realisme', een 'stroming binnen de historische literaire fictie', vertegenwoordigd door schrijvers als Borges, Márquez, Lafferty, en in het Nederlandse taalgebied Louis Ferron en Willem Brakman.
Zelf blijf ik wat dichter bij ons fantastische huis. Voor mij heeft Jan de sciencefiction van Lafferty samengevoegd met de fantasy van Mervyn Peake tot een soort fictie dat ik voor mezelf wel eens aanduidt als ‘mythische fantasy’.

Alleen zijn verhalen op zich geven al genoeg reden om hem met de Prijs te bekronen, maar er is meer. 
Op de eerste plaats dat hij in literair opzicht nog een heleboel andere dingen doet, heeft gedaan. Hij publiceerde heel veel non-fictie; vooral historische en archeologische werken, veel over Zeeland. Maar ook jeugdliteratuur, thrillers, poëzie. Jan was in 2005 en 2006 stadsdichter van Middelburg, werd in 2005 bekroond met de Zeeuwse Boekenprijs, schreef tweemaal het Zeeuwse Boekenweekgeschenk, deed de stadswandelingen ‘Mysterieus Middelburg’, en ook dit jaar doet hij een ‘Sinistere wandeling’ door die stad, aanstaande donderdag vooralsnog de laatste. Al deze activiteiten geven in mijn ogen de mythische fantasy van Jan een extra accent, omdat ze laten zien dat het niet zomaar een kunstje is van een eenzijdige auteur. Ik noem dat de ‘impliciete propaganda voor de fantastische genres’, omdat lezers van zijn andere werk of toehoorders bij zijn rondleidingen en voordrachten zullen denken, hé die Kuipers doet dus ook nog iets aan sciencefiction of fantasy, dan zal ook dat wel de moeite waard zijn.

Kleine Leviathan, omslagontwerp 
Gert P. Kuipers.
En behalve die impliciete propaganda maakt Jan ook nog een heleboel expliciete propaganda, met name in zijn rol als redacteur van Ballustrada, een van de mooiste literaire tijdschriften in het Nederlandse taalgebied. In dit tijdschrift verschenen en verschijnen niet alleen artikelen over sciencefiction en fantasy, en over de beoefenaars van deze genres, maar ook verhalen van auteurs als Frank Roger, Reinder Veelinx, Guido Eekhaut, Jan Roosen.

Wel, ik denk dat er genoeg geluld is en dat er geproost en geklonken moet gaan worden. Ik wil Jos dan ook vragen de trofee over te dragen aan zijn opvolger, en Thijs om de prachtige, door hem gemaakte oorkonde uit te reiken.

Jos?
Thijs?

Gedachten bij de uitreiking van de Bemoste Beeld Prijs 2024

Toen ik mijn redevoering voor de Bemoste Beeld Prijs 2024 aan het schrijven was, kwam ik op een punt waarop ik mij afvroeg wat voor soort fictie Jan schrijft, en of die soort fictie eigenlijk wel in aanmerking kwam om met deze Prijs te bekronen. Een vraag die moeilijker te beantwoorden bleek dan je zou verwachten en die ik daarom bij het uitspreken van mijn rede maar buiten beschouwing heb gelaten, maar die ik hier toch aan het grote publiek wil prijsgeven.

De site van de Stichting Fantastische Vertellingen vertelt ons dat de Prijs is bedoeld voor hen die significant bijdroegen aan fantastische literatuur en kunst.

Ik laat de kunst buiten beschouwing, omdat ik daar nog minder van af weet dan van fantastische literatuur. Maar ook wanneer je er niet zoveel van af weet, kun je de aanduiding 'fantastische literatuur' een invulling geven. Je pakt het woordenboek er bij en begint dan gewoon vooraan met het begrip 'fantastisch'.

Omslagontwerp Gert P. Kuipers.
Fantastisch betekent op de eerste plaats iets in de richting van ‘geweldig, uitstekend, buitengewoon goed’. Dan zou de Bemoste Beeld Prijs bedoeld zijn voor literatuur als de historische romans van Arthur Japin, of De avonden van Gerard Reve, De donkere kamer van Damokles van W.F. Hermans, De Kapellekensbaan van Louis Paul Boon; literatuur die van een hoge kwaliteit is. Maar dat lijkt mij niet wat de Stichting voor ogen heeft. Het lijkt mij dat de Stichting het begrip 'fantastisch' in de tweede betekenis hanteert, die van ‘verzonnen, denkbeeldig, fictief’. De Bemoste Beeld Prijs is dus niet bedoeld voor literatuur van een bepaalde hoogstaande kwaliteit, maar voor een bepaalde soort van literatuur.

Deze invulling sluit aan bij het werk van Jan J.B. Kuipers, waarvan we op basis van de flaptekst van Kleine Leviathan zagen dat het behoort tot het ‘meta-realisme’, een 'stroming binnen de historische literaire fictie', vertegenwoordigd door schrijvers als Borges, Márquez, Lafferty, en in het Nederlandse taalgebied Louis Ferron en Willem Brakman.
Een soort van literatuur die mij lijkt te vallen binnen de soort literatuur die de Stichting wil bekronen. Ofwel: de bekroning van Jan J.B. Kuipers is volkomen terecht.

En toch is het niet zo eenvoudig!
Iemand die zeer deskundig is – die er academisch in afstudeerde en die ook uitgever, schrijver en leraar werd, ofwel: Jürgen Snoeren – verzekerde me onlangs dat literatuur iets heel anders is dan sciencefiction of fantasy. Dat zouden appels en peren zijn, die je wetenschappelijk gezien niet mag vergelijken. Dat dwong me tot de vraag: wat bekronen we nu eigenlijk met de Bemoste Beeld Prijs, de appels of de peren?

Bannenfluister, hemelglas
(Babel SF,  1995).
Volgens het statement van de Stichting zouden het de appels zijn, de literatuur. Want hoe je ook kronkelt, het begrip fantastische literatuur moet je toch beschouwen als een subset van het begrip literatuur. Of als ik het op grond van de informatie die Jürgen mij stuurde (dank!) wetenschappelijker probeer te benaderen en literatuur niet als een begrip benader maar als een veld ('Voorbij het veld: beperkingen en mogelijkheden van de veldtheorie voor de Nederlandse letterkunde', Gaston Franssen, Tijdschrift voor Nederlandse taal- en letterkunde 138.2, 2022) en fantastische literatuur als een subveld van literatuur beschouw, zoals Franssen de poëzie als een subveld behandelde, blijft het nog altijd literatuur; de Golden Delicious onder de appels.

Maar!
Wanneer ik de lijst van winnaars doorneem, kom ik tot de conclusie dat de Bemoste Beeld Prijs geen bijdrage aan de literatuur bekroont, maar een bijdrage aan de sciencefiction, fantasy of horror. Het werk van winnaars als Tais Teng, Jaap Boekestein of Jos Lexmond maakt dat toch wel duidelijk.

Ik werd er dus mee geconfronteerd dat de site van de Stichting aangeeft de appels te willen bekronen, maar dat de Prijs feitelijk aan de peren, de sciencefiction en fantasy, wordt uitgereikt. En dat plaatste mij voor een dilemma. 

Moest ik tot ieders verrassing gaan mededelen dat Jan de prijs toch niet kreeg, omdat zijn werk literatuur is? Of moest ik vele voorheen bekroonde auteurs manen hun prijs in te leveren, omdat hun werk geen literatuur is en ze de Prijs ten onrechte hebben gekregen?

Wel, ik heb besloten mij van de domme te houden en in mijn toespraak niet in te gaan op deze problematiek. Voor alle zekerheid heb ik het werk van Jan zowel ‘meta-realisme’ (= literatuur) als ‘mythische fantasy’ (= fantasy) genoemd, maar ik realiseer mij dat ik daarmee de geleerden niet zal kunnen misleiden.

***
Misschien ook leuk:

De vlucht naar boven

Tegenculturen in Nederland in de jaren zestig en zeventig

'De mens is niet om te lijden in de wieg gelegd,' schreef Simon Vinkenoog in 1967. Het tekent de mentaliteit van de toenmalige tegencultuur, een verbijsterend palet van activisme, bewustzijnsverruiming en spiritualiteit. Onmiddellijke ontsnapping aan de knellende banden van de maatschappij was het doel: een vlucht naar boven op de vleugels van idealen of drugs, of allebei. Jan J.B. Kuipers schetst de diverse bewegingen en figuren die de jaren zestig en zeventig tekenden, en vraagt zich af in hoeverre er sprake was van iets nieuws en waar al die zogenaamde vernieuwing in uitmondde.

"Wat een tijden! Waarnaar je gaat terugverlangen door Kuipers' boek." | 
Mario Molegraaf in Zeeland

'Strijd om Rome' van Felix Dahn

Foto J.J.B. Kuipers Wat zien we hier? Het voorplat van Strijd om Rome dl. II, een historisch 'jongensboek' van Felix Dahn dat oorsp...