zondag 19 januari 2025

'Weirdo-alternatieve geschiedenis' met 'Loreley'

Commentaren van de publieksjury van de EdgeZero Award 2024 bij mijn verhaal 'Lorely' dat de vierde plaats haalde.

'Loreley' werd oorspronkelijk gepubliceerd in: 
Wonderwaan 53, ‘Huizen van macht’, 2023, 170-189 en nadien in: EdgeZero. De beste Nederlandse genreverhalen uit 2023 (Z.pl.: EdgeZero Publicaties, 2024), 252-263.

Link naar de digitale versie van het verhaal: https://edge-zero.com/loreley-jan-j-b-kuipers/


- Loreley van Jan J.B. Kuipers speelt zich af op een riviercruise die op weg is naar de Loreley-rots, waar de herrezen nimf met haar gezang schepen vernietigt. De expeditie, geleid door Dr. Feisten, probeert met een muzikale therapie de bovennatuurlijke krachten van Loreley te beteugelen. Terwijl de crew twijfelt aan de wetenschappelijke uitleg van hun leider, blijft de dreiging van de nimf sterk aanwezig. De mythologische en psychologische thema’s vermengen zich tot een verhaal dat treffend reflecteert op de verhouding tussen werkelijkheid en projectie. Erg meeslepend.

- Biedt een krachtige mengeling van mythe en wetenschap, met een duistere dreiging die voelbaar blijft. Kuipers weet spanning op te bouwen tot het einde.

- Eén woord: onheilspellend.

- Kuipers verweeft mythologische en psychologische elementen tot een verhaal vol spanning en mysterie. De sfeer blijft je bij.

- Het mythische Loreley geeft maar weer aan welk een variatie in sf en fantastiek er is in Nederland.

- Prachtig en briljant, In de alternatieve geschiedschrijving van de wetenschap ook hedendaags relevant.

- Echt een ‘Modern myth’! Intrigerend van begin tot eind.

- Niemand schrijft zo prachtig barok in Nederland als Jan. Dit verhaal blinkt uit in fraaie details die perfect passen in deze weirdo-alternatieve geschiedenis gezet rond de meanderende Rijn. Uiterst Germaans, vol boeiende invalshoeken. Het grijpt je vast en ondanks het hoogpolige taalgebruik blijft het altijd (uitdagend, maar) zeer leesbaar. Alles klopt eraan!

- Wetenschap gebalanceerd met mythologie, met een verhaal over een nimf dat je niet loslaat. De dreiging blijft voelbaar tot het einde.

- Loreley biedt een fijne mix van mythologie en suspense, waarbij Kuipers een sterke sfeer van onheil creëert, meteen al vanaf de openingsquote (Ernest Becker).

Bron: https://edge-zero.com/uitslagen-en-tussenstanden-2024/

Oorspr. ill. bij 'Loreley' (auteur)



zondag 5 januari 2025

De mythische fantast

Paul van Leeuwenkamps oratie bij de uitreiking,  tijdens de Fantasticon-V,  van de Bemoste Beeld-prijs 2024 aan Jan J.B. Kuipers


Verschenen in: Fantastische Vertellingen 45 (2024) 72, 80-87.

Beste mensen! De Bemoste Beeld-prijs!
Deze Prijs wordt nu al een aantal jaren uitgereikt en ook dit jaar is er iemand bekroond. U wilt natuurlijk allemaal weten wie dat is, maar vóór ik dat ga verklappen, ga ik eerst wat over de Prijs vertellen.

De website van de Stichting Fantastische Vertellingen vertelt ons: “De Bemoste Beeld-prijs werd rond 1990 ingesteld door de Stichting Fantastische Vertellingen. De prijs wordt sedertdien met onregelmatige tussenpozen toegekend aan oorspronkelijk Nederlandstalige auteurs of kunstenaars, die significant bijdroegen aan fantastische literatuur en kunst.

Het niet-Bemoste Beeld
(ontwerp Tais Teng).
Ingesteld door de Stichting Fantastische Vertellingen...? Ja, zo kun je dat beschrijven, maar in werkelijkheid ontstond de Prijs als een soort van baldadige jonge-hondenactie om aandacht te trekken. Twee auteurs die nog geen oeuvre hadden, Paul Harland en Tais Teng, bekroonden zichzelf voor hun oeuvre, gesteund door een uitgever, Remco Meisner, die net begonnen was met het uitgeven van Rare Boekjes. 

De Prijs zou dan ook geheel in vergetelheid zijn geraakt, ware het niet dat Remco in 2010/2011 weer uitgeversneigingen kreeg, ook geïnspireerd door zijn goede vriend Vincent van der Linden. Vincent was ernstig ziek en om deze voor de Nederlandstalige fantastische literatuur belangrijke schrijver en uitgever te eren, haalde Remco de Bemoste Beeld Prijs uit de kast, stofte deze af en reikte hem in augustus 2012 uit aan Vincent, die kort daarna, op 1 september overleed.

Daarna maakte Remco er een jaarlijkse prijs van, die hij op basis van zijn persoonlijke oordeel uitreikte.
In 2013 gaf hij hem, tot mijn grote verrassing, aan mij. Wellicht dacht hij dat ik ook nog maar kort te leven had. Vanaf dat moment mocht ik fungeren als klankbord, zonder de alleenheerschappij van Remco te doen wankelen.

In 2014 werd het Frank Roger, in 2015 Roelof Goudriaan, in 2016 Jaap Boekestein.
In 2017 wilde Remco de Prijs niet uitreiken. Op zich vond ik dat uitstekend, want jaarlijks zo’n Prijs geeft dwang, verplichting. Het gaf mij echter de gelegenheid de Prijs te kapen. Ik vond namelijk dat als iemand de Prijs verdiende, het Remco was. 

Maar ik kon mij de Prijs natuurlijk niet zomaar toe-eigenen; hij was van Remco, van de Stichting, niet van mij. En daarom vroeg ik de eerdere winnaars of ik hun toestemming had en of ze deze versie van de Prijs wilden ondersteunen. En dat wilden ze. Tais, Frank, Roelof, Jaap, ze gingen er volmondig mee akkoord. Tais maakte een prachtige oorkonde en bij de Terdoopbestelling van Ganymedes 17 wisten we Remco eindelijk tot een verlegen stilzwijgen te verrassen.

Daarna volgden Bauke Muntz in 2018, in 2019 was het Jeroen Kuypers, aka Max Moragie, Roel Thijsen, Graham Marquand en Peter Marx, Mike Jansen in 2021, Ingrid Heit in 2022 en Jos Lexmond in 2023.

KKA voor Gert & Jan Kuipers
(ontwerp Karel Thole).
In deze periode ontwikkelde de Bemoste Beeld Prijs zich tot een Prijs met meer fundament, want Remco veranderde zijn rol van absolute alleenheerser tot voorzitter van een comité dat wordt gevormd door de eerdere winnaars, die kandidaten voordragen en mogen stemmen wie de nieuwe winnaar wordt.

Wanneer je de namen van de gelauwerden overziet, is duidelijk dat de Prijs is wat hij vanaf de eerste échte toekenning aan Vincent van der Linden in 2013 is geworden: een Lifetime Achievement Award,  een erkenning, een bekroning van wat iemand gedurende zijn leven heeft bijgedragen aan iets, in ons geval de fantastische literatuur en kunst. Het mooie van zo’n Lifetime Achievement Award is dat je hem al kunt krijgen wanneer je leven nog lang niet voorbij is, zodat de gelauwerde er ook zelf van kan genieten.

De Bemoste Beeld Prijs is bij mijn weten de enige Lifetime Achievement Award voor de fantastische genres in het Nederlandse taalgebied. In 2018 werd een soortgelijke prijs uitgereikt, die de 'persoonlijkheidsprijs Annemarie van Ewyck' werd genoemd en die werd uitgereikt aan Kees van Toorn. Maar bij die ene keer is het gebleven. Ik waardeer de hulde aan Annemarie en Kees, twee mensen die waardering vanuit het genre ruim verdienen, maar voor mij illustreert die persoonlijkheidsprijs toch vooral het gebrek aan saamhorigheid en samenwerking in de fantastische genres; in plaats van de schouders te zetten onder iets wat al bestaat, de Bemoste Beeld Prijs bijvoorbeeld, zetten we er iets naast, dat dan weer een snelle dood sterft. En zo modderen we voort. Maar dus niet bij de Bemoste Beeld Prijs, die juist is gegroeid, meer inhoud, meer fundament heeft gekregen.

Ik geloof dat het Johan Klein Haneveld was die vorig jaar de Bemoste Beeld Prijs een Prijs voor enthousiasme noemde. En ook dat vind ik een mooie en terechte aanduiding van de Prijs, waarbij ik dan wel moet aangeven dat voor mij enthousiasme niet alleen gekenmerkt wordt door levendig en uitgelaten gedrag. Iedereen is anders en toont enthousiasme op zijn eigen wijze. Wanneer je decennialang bijdraagt aan het fantastische genre, het ondersteunt en uitdraagt, dan vind ik dat een vorm van enthousiasme.

Oké,  geachte toehoorders, ik zie het ongeduld in uw ogen. En daarom zal ik de volgende vijf pagina’s van deze redevoering achterwegen laten en overgaan naar de bekendmaking van winnaar van dit jaar.

De Bemoste Beeld Prijs 2024 is toegekend aan:
(tromgeroffel, paukeslagen)
Jan J.B. Kuipers
(applaus, gejoel, mensen springen op de tafels)

Ik zie nu bij velen paniek in de ogen. Ik zie u denken: zo’n uitreiking moet natuurlijk onderbouwd worden, er moet worden ingegaan op het oeuvre van de gelauwerde, en wanner het Jan J.B. Kuipers betreft, dan ben je daar al gauw een paar uur mee bezig. Daar gaat mijn lunch!

Tekst vervolgt onder afbeelding.

V.l.n.r. Jan Kuipers, Paul van Leeuwenkamp, Tais Teng
(foto Heleen Dekker).

Laat ik u geruststellen, dat ga ik niet doen. In 2023 verscheen op Fantasize in 3 delen het zeer uitgebreide interview van Isabelle Plomteux met Jan, waarin alle aspecten van zijn schrijverschap aan bod komen. Wat kan ik daar nog aan toevoegen?

Daarom zal ik mij beperken tot enkele grote lijnen.
Jan betrad het fantastische strijdtoneel samen met zijn broer Gert, met wie hij in 1983 ook de King Kong Award won. Gert ging andere dingen doen, maar Jan is sindsdien niet meer van het toneel verdwenen. Altijd in de top 10, meerdere keren de winnaar. En ook nu, meer dan veertig jaren later, is hij nog altijd overal aanwezig; in de Edge Zero-bloemlezingen met beste Nederlandstalige fantastische verhalen, in de laatste HSF, in Wonderwaan, in Ganymedes. Want daar ligt wel het accent, bij de verhalen, al verschenen ook romans zoals Kleine Leviathan (2009), Het spel om de Regendanser (2007) en Tigonius (2020), waarvan de laatste twee weer met zijn broer Gert.

Laat ik het eerst even over Gert hebben, die op 4 maart 2022 overleed, want deze Prijs is ook een beetje voor hem. Het was Gert die Jan aan de sciencefiction bracht, en die ideeën en teksten aandroeg voor een aantal verhalen. Maar Gert was wat ongedurig en het was volgens mij altijd Jan die de laatste hand aan een werk legde, die het resultaat maakte tot fictie van hoge kwaliteit.

Terug naar Jan, die nu al meer dan 40 jaar met kwalitatief hoogstaande fictie in de Nederlandstalige fantastische literatuur aanwezig is. Dat is op zich al een uiting van enthousiasme voor het genre.

Ontwerp Tais Teng.
Het genre?
Welk genre schrijft Jan eigenlijk?
De flaptekst van Jans Kleine Leviathan uit 2009 noemt zijn werk 'meta-realisme', een 'stroming binnen de historische literaire fictie', vertegenwoordigd door schrijvers als Borges, Márquez, Lafferty, en in het Nederlandse taalgebied Louis Ferron en Willem Brakman.
Zelf blijf ik wat dichter bij ons fantastische huis. Voor mij heeft Jan de sciencefiction van Lafferty samengevoegd met de fantasy van Mervyn Peake tot een soort fictie dat ik voor mezelf wel eens aanduidt als ‘mythische fantasy’.

Alleen zijn verhalen op zich geven al genoeg reden om hem met de Prijs te bekronen, maar er is meer. 
Op de eerste plaats dat hij in literair opzicht nog een heleboel andere dingen doet, heeft gedaan. Hij publiceerde heel veel non-fictie; vooral historische en archeologische werken, veel over Zeeland. Maar ook jeugdliteratuur, thrillers, poëzie. Jan was in 2005 en 2006 stadsdichter van Middelburg, werd in 2005 bekroond met de Zeeuwse Boekenprijs, schreef tweemaal het Zeeuwse Boekenweekgeschenk, deed de stadswandelingen ‘Mysterieus Middelburg’, en ook dit jaar doet hij een ‘Sinistere wandeling’ door die stad, aanstaande donderdag vooralsnog de laatste. Al deze activiteiten geven in mijn ogen de mythische fantasy van Jan een extra accent, omdat ze laten zien dat het niet zomaar een kunstje is van een eenzijdige auteur. Ik noem dat de ‘impliciete propaganda voor de fantastische genres’, omdat lezers van zijn andere werk of toehoorders bij zijn rondleidingen en voordrachten zullen denken, hé die Kuipers doet dus ook nog iets aan sciencefiction of fantasy, dan zal ook dat wel de moeite waard zijn.

Kleine Leviathan, omslagontwerp 
Gert P. Kuipers.
En behalve die impliciete propaganda maakt Jan ook nog een heleboel expliciete propaganda, met name in zijn rol als redacteur van Ballustrada, een van de mooiste literaire tijdschriften in het Nederlandse taalgebied. In dit tijdschrift verschenen en verschijnen niet alleen artikelen over sciencefiction en fantasy, en over de beoefenaars van deze genres, maar ook verhalen van auteurs als Frank Roger, Reinder Veelinx, Guido Eekhaut, Jan Roosen.

Wel, ik denk dat er genoeg geluld is en dat er geproost en geklonken moet gaan worden. Ik wil Jos dan ook vragen de trofee over te dragen aan zijn opvolger, en Thijs om de prachtige, door hem gemaakte oorkonde uit te reiken.

Jos?
Thijs?

Gedachten bij de uitreiking van de Bemoste Beeld Prijs 2024

Toen ik mijn redevoering voor de Bemoste Beeld Prijs 2024 aan het schrijven was, kwam ik op een punt waarop ik mij afvroeg wat voor soort fictie Jan schrijft, en of die soort fictie eigenlijk wel in aanmerking kwam om met deze Prijs te bekronen. Een vraag die moeilijker te beantwoorden bleek dan je zou verwachten en die ik daarom bij het uitspreken van mijn rede maar buiten beschouwing heb gelaten, maar die ik hier toch aan het grote publiek wil prijsgeven.

De site van de Stichting Fantastische Vertellingen vertelt ons dat de Prijs is bedoeld voor hen die significant bijdroegen aan fantastische literatuur en kunst.

Ik laat de kunst buiten beschouwing, omdat ik daar nog minder van af weet dan van fantastische literatuur. Maar ook wanneer je er niet zoveel van af weet, kun je de aanduiding 'fantastische literatuur' een invulling geven. Je pakt het woordenboek er bij en begint dan gewoon vooraan met het begrip 'fantastisch'.

Omslagontwerp Gert P. Kuipers.
Fantastisch betekent op de eerste plaats iets in de richting van ‘geweldig, uitstekend, buitengewoon goed’. Dan zou de Bemoste Beeld Prijs bedoeld zijn voor literatuur als de historische romans van Arthur Japin, of De avonden van Gerard Reve, De donkere kamer van Damokles van W.F. Hermans, De Kapellekensbaan van Louis Paul Boon; literatuur die van een hoge kwaliteit is. Maar dat lijkt mij niet wat de Stichting voor ogen heeft. Het lijkt mij dat de Stichting het begrip 'fantastisch' in de tweede betekenis hanteert, die van ‘verzonnen, denkbeeldig, fictief’. De Bemoste Beeld Prijs is dus niet bedoeld voor literatuur van een bepaalde hoogstaande kwaliteit, maar voor een bepaalde soort van literatuur.

Deze invulling sluit aan bij het werk van Jan J.B. Kuipers, waarvan we op basis van de flaptekst van Kleine Leviathan zagen dat het behoort tot het ‘meta-realisme’, een 'stroming binnen de historische literaire fictie', vertegenwoordigd door schrijvers als Borges, Márquez, Lafferty, en in het Nederlandse taalgebied Louis Ferron en Willem Brakman.
Een soort van literatuur die mij lijkt te vallen binnen de soort literatuur die de Stichting wil bekronen. Ofwel: de bekroning van Jan J.B. Kuipers is volkomen terecht.

En toch is het niet zo eenvoudig!
Iemand die zeer deskundig is – die er academisch in afstudeerde en die ook uitgever, schrijver en leraar werd, ofwel: Jürgen Snoeren – verzekerde me onlangs dat literatuur iets heel anders is dan sciencefiction of fantasy. Dat zouden appels en peren zijn, die je wetenschappelijk gezien niet mag vergelijken. Dat dwong me tot de vraag: wat bekronen we nu eigenlijk met de Bemoste Beeld Prijs, de appels of de peren?

Bannenfluister, hemelglas
(Babel SF,  1995).
Volgens het statement van de Stichting zouden het de appels zijn, de literatuur. Want hoe je ook kronkelt, het begrip fantastische literatuur moet je toch beschouwen als een subset van het begrip literatuur. Of als ik het op grond van de informatie die Jürgen mij stuurde (dank!) wetenschappelijker probeer te benaderen en literatuur niet als een begrip benader maar als een veld ('Voorbij het veld: beperkingen en mogelijkheden van de veldtheorie voor de Nederlandse letterkunde', Gaston Franssen, Tijdschrift voor Nederlandse taal- en letterkunde 138.2, 2022) en fantastische literatuur als een subveld van literatuur beschouw, zoals Franssen de poëzie als een subveld behandelde, blijft het nog altijd literatuur; de Golden Delicious onder de appels.

Maar!
Wanneer ik de lijst van winnaars doorneem, kom ik tot de conclusie dat de Bemoste Beeld Prijs geen bijdrage aan de literatuur bekroont, maar een bijdrage aan de sciencefiction, fantasy of horror. Het werk van winnaars als Tais Teng, Jaap Boekestein of Jos Lexmond maakt dat toch wel duidelijk.

Ik werd er dus mee geconfronteerd dat de site van de Stichting aangeeft de appels te willen bekronen, maar dat de Prijs feitelijk aan de peren, de sciencefiction en fantasy, wordt uitgereikt. En dat plaatste mij voor een dilemma. 

Moest ik tot ieders verrassing gaan mededelen dat Jan de prijs toch niet kreeg, omdat zijn werk literatuur is? Of moest ik vele voorheen bekroonde auteurs manen hun prijs in te leveren, omdat hun werk geen literatuur is en ze de Prijs ten onrechte hebben gekregen?

Wel, ik heb besloten mij van de domme te houden en in mijn toespraak niet in te gaan op deze problematiek. Voor alle zekerheid heb ik het werk van Jan zowel ‘meta-realisme’ (= literatuur) als ‘mythische fantasy’ (= fantasy) genoemd, maar ik realiseer mij dat ik daarmee de geleerden niet zal kunnen misleiden.

***
Misschien ook leuk:

De vlucht naar boven

Tegenculturen in Nederland in de jaren zestig en zeventig

'De mens is niet om te lijden in de wieg gelegd,' schreef Simon Vinkenoog in 1967. Het tekent de mentaliteit van de toenmalige tegencultuur, een verbijsterend palet van activisme, bewustzijnsverruiming en spiritualiteit. Onmiddellijke ontsnapping aan de knellende banden van de maatschappij was het doel: een vlucht naar boven op de vleugels van idealen of drugs, of allebei. Jan J.B. Kuipers schetst de diverse bewegingen en figuren die de jaren zestig en zeventig tekenden, en vraagt zich af in hoeverre er sprake was van iets nieuws en waar al die zogenaamde vernieuwing in uitmondde.

"Wat een tijden! Waarnaar je gaat terugverlangen door Kuipers' boek." | 
Mario Molegraaf in Zeeland

woensdag 27 november 2024

High van de Zeeuwse mist

Jeugd- en popcultuur in Zeeland, 1965-1975

Zaterdagmiddag 14 december presenteert schrijver Jan J.B. Kuipers in de Zeeuwse Bibliotheek in Middelburg High van de Zeeuwse mist. Jeugd- en popcultuur in de delta, 1965-1975. Het boekje omvat 109 pagina's en is een uitgave in de PPF-reeks van ZB Bibliotheek van Zeeland, met medewerking van de Stichting Vrienden van de Zeeuwse Bibliotheek.


De presentatie vindt plaats tijdens de Vriendenmiddag 2024. Inloop vanaf 14:00 uur, het programma begint om 14:30 uur. De entree is gratis voor Vrienden van ZB en voor niet-vrienden € 5,00. De opbrengst van deze middag komt ten goede van het werk van de Vrienden van de ZB.

De sixties hebben allang mythische proporties aangenomen. Ze worden verheerlijkt, verfoeid en alles ertussen. De samenleving werd grondig opgeschut. Het decennium begon volgens velen eerder in 1965 dan in 1960, en duurde tot ongeveer 1975. 

Ervaringen

Kuipers zet in High van de Zeeuwse mist vooral aan de hand van eigen en andermans ervaringen de ontwikkelingen in dit decennium kleurrijk op een rij. 

De focus ligt op de popmuziek die te horen was in cafés, clubs, buurthuizen en op podia in de buitenlucht en de daarbij behorende ‘sien’, waar geestverruimende consumptie en politiek activisme om voorrang streden. Grote namen komen voorbij, zoals Pink Foyd, Pretty Things en natuurlijk de ‘eigen’ Zeeuwse psychedelische band Dragonfly.

Over Nederlandse subculturen publiceerde Kuipers in recente jaren Dwepers en dromers. Tegenculturen in Nederland 1890-1940 (2020) en De vlucht naar boven. Tegenculturen in Nederland in dejaren zestig en zeventig (2023). Over Zeeuwse pop- en jeugdcultuur schreef hij Brommers, gitaren en spandoeken. Vijftig jaar jong in Zeeland (2005).

Vinyl

Uitgangspunt van de Vriendenmiddag 2024 is het Muziekblog van de ZB. Bij het programma op het Plein op de begane grond wordt voor het thema 1965-1975 aansluiting gezocht bij de ZB-collecties grammofoonplaten, foto’s en affiches uit deze periode. 

Naast de presentatie door Jan J.B. Kuipers is er een muzikaal intermezzo door Sjef Hermans & Friend. Verder een gesprek tussen vinylverzamelaars; conservator Sanne van Splunter vertelt over aanwinsten en ontwikkelingen van de Bijzondere Collecties ZB. Muziekcentrum Middelburg verkoopt tweedehands vinyl. Vanaf 16.30 uur is er een Vriendenborrel.


Bekijk ook:

https://wijzijndestad.com/verhalen/een-mooie-vriendenmiddag-in-de-zb-met-jan-jb-kuipers-sjef-hermans-en-meer/


Zie HIER een overzicht van mijn artikelen op Historiek.

zaterdag 2 november 2024

De mist van KREST

Als je met Paul van Leeuwenkamp in een Utrechts etablissement zit, moet het gesprek wel uitkomen op halfvergeten schrijvers en obscure tijdschriften. Daar kende ik er ook nog wel eentje van: KREST (met hoofdletters). De vraagtekens hoopten zich zodanig op, dat het gesprek werd voortgezet per mail. Paul dook in de oceaan van Fandata en vond de nummers 1, 3 en 4, alle uit 1981. Het blad was geregistreerd in Fandata wegens verhalen van verder ‘niet voorkomende auteurs’, aldus Paul. 

* Oorspronkelijk gepubliceerd in: 

Fantastische Vertellingen 45(2024)70, 82-85. *

Volgens de bibliografieën was ik niet in het blad vertegenwoordigd. O jee, foutje, nalatigheidje! Mijn broer Gert en ik zijn wel degelijk vertegenwoordigd in KREST, en wel met het verhaal ‘’t Laatste uur op vrijdagmiddag’ in nr. 3, pag. 20-21: één pagina tekst aan de linkerzijde van de spread en, geheel tegen de Ongeschreven Regels in die toen nog golden, rechts een paginavullende illustratie van een onbekende, behoorlijk bekwame tekenaar.


KREST is een relatief enigma. Ik moet ergens over het blad hebben gelezen, anders had ik uiteraard geen verhaal ingestuurd. Maar waar? Holland SF? Of Fantastische Vertellingen, één van de adverteerders, met een wervingspagina voor de bundel Satanische Vertellingen

Ik ben bang dat het inzake KREST bij één of misschien anderhalve jaargang is gebleven, er is praktisch geen informatie over deze titel op het web te vinden. 

Het colofon van nr. 3 heldert een en ander op. KREST was gevestigd in Hilversum. Het blad werd gedrukt bij Leeuwenberg in Amsterdam en gedistribueerd door het destijds bekende Drukwerk, actief vanaf 1974 als (vooral) stripuitgeverij en ook adverteerder in KREST.

Het was een mooi tijdschrift in A4-formaat, met zwart-wit binnenwerk. Nr. 3 bevat vooral strips, aangevuld met enkele korte verhalen van maximaal 500-600 woorden door Eddie de Paepe, Wim van Steenveldt en mijn broer en ik. De beeldverhalen zijn van onder anderen Eric Heuvel, Martin Valkhoff en Peter Elzinga. Zo’n twintig medewerkers worden in het colofon van dit nummer vermeld. Peter Elzinga en Eddie (E.J.) de Paepe waren centrale figuren. Elzinga beheerde de advertenties, De Paepe de kas. Als centerfold waren acht uitknipbare ansichtkaarten in stevig karton opgenomen, die je ook los kon bestellen (8 voor fl. 4,--), evenals posters (fl. 3,--).

Ons verhaal in nr. 3 bezit een vage zweem van Kafka’s ‘De gedaanteverwisseling’, maar is ook gebaseerd op onze herinneringen aan een Zeeuws-Vlaamse dorpsschool. Verder is er sprake van een bekend SF-motief: realiteitsverandering, gepaard met de komst van verontrustende aliens. 

De titel verwijst naar de ooit wijdverbreide gewoonte om de laatste lessen op vrijdagmiddag te wijden aan geschiedenis. Maar in plaats van de Slag bij Nieuwpoort (1600) wordt nu plots herdacht dat ‘de tweede draad versmolt, zodat de macht der lijnen een feit kon worden’. In 1789, het jaar van de Franse Revolutie, keert in de nieuwe realiteit de herder Twynim terug, om ons te bevrijden van de boze nimf Kettris. Onloochenbare feiten, beseft de aanvankelijk in verwarring gebrachte onderwijzer, terwijl buiten een enorm hemelschip landt en een wijk verplettert. Waarom is het hier trouwens zo ondraaglijk licht? ‘Maar toen begon de vertrouwde gelige mist op te walmen en alle vormen en kleuren vervaagden snel in de zo eigen, barmhartige schemering.’ En zo is het ook gesteld met KREST: een blad, omhuld door de nevels van het verleden waarin het snel verdween.



***
Misschien ook leuk:

De vlucht naar boven

Tegenculturen in Nederland in de jaren zestig en zeventig

'De mens is niet om te lijden in de wieg gelegd,' schreef Simon Vinkenoog in 1967. Het tekent de mentaliteit van de toenmalige tegencultuur, een verbijsterend palet van activisme, bewustzijnsverruiming en spiritualiteit. Onmiddellijke ontsnapping aan de knellende banden van de maatschappij was het doel: een vlucht naar boven op de vleugels van idealen of drugs, of allebei. Jan J.B. Kuipers schetst de diverse bewegingen en figuren die de jaren zestig en zeventig tekenden, en vraagt zich af in hoeverre er sprake was van iets nieuws en waar al die zogenaamde vernieuwing in uitmondde.

"Wat een tijden! Waarnaar je gaat terugverlangen door Kuipers' boek." | 
Mario Molegraaf in Zeeland

zaterdag 26 oktober 2024

Aandacht voor de TIJDGEEST in BALLUSTRADA

 

De dubbele najaarsuitgave van BALLUSTRADA is uit! Een speciale uitgave deze keer. De harde kern van dit nummer heeft namelijk als thema ‘tijdgeest’. Overigens niet uitsluitend over de geest van onze tijd. 

Pieter Ippel neemt het voortouw. Hij introduceert de Duitse filosoof Herder, omdat hij de term tijdgeest gemunt heeft. Tegelijkertijd waardeert hij hem als een van de eerste pioniers van een humanistische filosofie ten aanzien van mens en maatschappij, waar ook ter wereld. Dichter Kees Klok vergelijkt vervolgens, deze keer als historicus, de verschillende tijdgeesten van de vaak verkeerd beoordeelde 18de eeuw. Hij bestrijdt het cliché dat de eeuw een gezapig intermezzo was tussen twee meer enerverende perioden. In eigen land was er immers zelfs sprake van een revolutionaire situatie die leidde tot een opstand van de Patriotten tegen de heersende klasse van regenten. 

Remko van Broekhoven pleit in zijn zeer persoonlijke bijdrage voor een afstand nemen van de heersende tijdgeest(en). Oneigentijdsheid is een begrip dat Friedrich Nietzsche in verschillende publicaties gehanteerd en uitgewerkt heeft.

Hans van Willigenburg fileert in op zichzelf staande fragmenten een rijtje gebeurtenissen, aannames die te maken hebben met de woke-epidemie. En stelt min of meer los daarvan vast dat Maarten van Rossem tot een persiflage van een intellectueel is verworden. 

Ook columnist Minor doet een aanval op de woke-cultuur, maar op andere wijze. André van der Veeke vertelt over zijn ervaringen met zijn vaders Arbeitsgeschichte in Duitsland. En daarmee samenhangend richt hij een kritische blik op het vorig jaar onthulde Razzia-monument van beeldend kunstenaar Anne Wenzel. 

Jan J.B. Kuipers brengt in aflevering 30 van 'De juiste verkeerde verbanden' de zelfhaat in beeld van het postchristelijke Westen.

(Tekst vervolgt onder de afbeelding.)


Wim Hofman transformeert een oud verhaal met Chinese wortels naar deze tijd. En laat een vrouw zichzelf en de wereld overwinnen, los van welke tijdgeest dan ook. Johan Everaers vindt dat de tijdgeest zich wel eens wat meer mag bemoeien met het beletselteken. Theo Raats beschrijft de ondergang van de euforie en Jos Rouw laat een nostalgische veerboot opdoemen in een fragmentje uit zijn eerste roman. 

Paul van der Velde herinnert zich een opstandig, of liever gezegd baldadig verleden in de jaren zeventig. Ko de Jonge schrijft over zijn contacten met Josephine-Marie Rauer. Zij werkt aan haar masterscriptie over een mail-art tentoonstelling in 1978 in Oost-Duitsland, waar De Jonge ook aan deelnam. Hoe verliep de artistieke communicatie tussen de deelnemers uit het Westen en het Oostblok, is haar centrale vraag.

Poëzie die de tijdgeest schampt, komt van Kees EngelhartWill van BroekhovenJob DegenaarKees Hermis. Er is bovendien sprake van een nieuwe rubriek met de naam DE REEKS, waarin een dichter een samenhangende reeks gedichten met een korte inleiding introduceert. Marc Tritsmans is de eerste deelnemer met Een enkele reis. Verder zijn er poëtische bijdragen van Hendrik CaretteElise VosJabik VeenbaasRenaat Ramon. En met de tijd of tijdgeest samenhangend proza van Dianne HoogstrateGuido Eekhaut en Helge Bonset.

De illustratieserie in het nummer bestaat uit collages. In de vorm van een leporello is dit werk ontstaan door actie en reactie tussen Toon Joosen en Ko de Jonge. Deze leporello 'Tijdgeest' zal in december samen met andere in een speciale expositie te zien zijn bij Roofprint Pers, Bellinkstraat in Middelburg.


***

Neem nu een abonnement of bestel het nieuwe nummer!




Los dubbelnummer € 12,50 | Abonnement € 20,00, 4 nummers inclusief porto
Bankrekening NL35 ABNA 049 92 02 864 t.n.v. Stichting Zeeuws Licht


Redactie: André van der Veeke, Jan J.B. Kuipers, Johan Everaers, Ko de Jonge.
Vaste medewerkers: Kees Klok, Paul van Leeuwenkamp, Thom Schrijer, Jos Rouw (webzaken)


Contact: avdveeke@zeelandnet.nl

(Tekst vervolgt onder afbeelding.)


maandag 9 september 2024

Bemoste Beeld Prijs 2024

Zaterdag 7 september: op de jaarlijkse Fantasticon in Nieuw-Vennep de Bemoste Beeld Prijs in ontvangst mogen nemen uit handen van Paul van Leeuwenkamp, met het bijbehorende beeldje (wisseltrofee) en fraaie oorkonde, beide van Tais Teng.



De Bemoste Beeld Prijs is een van de leukste awards uit het Nederlandse genrewereldje (SF, Fantasy, Horror), want zowel Obscuur als Fameus, en niet al te zwaarwichtig. Blij mee. 

Waarom eigenlijk gekregen? Vanwege meer dan 40 jaar (om precies te zijn 46) activiteit als schrijver (die tegenwoordig ook weer een aantal van zijn eigen verhalen illustreert) in het genre.

In zijn speech noemde Paul ook nog mijn in 2022 overleden broer en coauteur Gert P. Kuipers, wiens verjaardag het zou zijn geweest. Onze laatste coproductie was TIGONIUS, een werkje dat buitensporig lang lag te rijpen voordat het door Remco Meisner van Fantastische Vertellingen werd uitgegeven in zijn Rare Boekjes Reeks.

Recente fantastische verhalen van mijn hand (2024): ‘Het truffelveld’ in HSF  nr. 286; ‘Operatie schildpad’ in Wonderwaan 54; ‘Het kasteel van de lange schaduw’ in  Ganymedes-24, waarin ook mijn gedicht ‘Paleisrevoluties’ is opgenomen. Binnenkort verschijnt ‘Loreley’ in de negende editie van het EdgeZero-jaarboek, terwijl er een e-boekversie uitkwam van enkele Skannal-verhalen als Smashwords Edition: Skannal de Trouweloze.


(Tekst vervolgt onder afbeelding)

V.l.n.r. Jan Kuipers, Paul van Leeuwenkamp, Tais Teng. 
(Foto's H.M.D. Dekker.)

Bespreking van 'Het kasteel van de lange schaduw' in Ganymedes-24 door Jos Lexmond op ncsf.nl:
"Prachtig verhaal! Verteld met een beheersing van de taal, die weergaloos is. Al lezende werd je de schimmenwereld van de vertelling ingetrokken, waarmee je deel werd van het vertelde. Bij het langzaam uitdoven van het verhaal, waarbij een hint van een volgende keer met succes zindert, zijn geen van de beoogde doelen bereikt en blijf je jammerend achter. Iets wat Jan J.B. Kuipers wel is toevertrouwd!"

***

Misschien ook leuk:

HOUTEN TROUW

  • Nederlands 
  • Paperback 
  • 9789078720584 
  • 10 juli 2018 
  • 244 pagina's
    • € 21,95 incl. verzendkosten

‘De aarde is de enige vreemde planeet’, aldus een themanummer van Wonderwaan dat Jan J.B. ­Kuipers ooit samenstelde. Het geldt ook voor Houten trouw. Alle verhalen zijn gebonden aan onze eigen vertrouwde, onberekenbare planeet: licht surreële vertellingen, van bijdragen aan de Karelepiek en Beowulfcyclus tot het roemruchte popfestival van Kralingen in 1970. Wat is de charge van de herten? Wat had ouwe Emmergi te maken met de brand van het pakhuis? Hoe bereik je het meer van Kitesj? Waar bleef het hoofd van koningin Cynethryth? Klemmende vragen, die doorgaans naar nieuwe, ­labyrintische verschieten voeren. Gelukkig wijzen talloze nieuwe personages de weg in deze collectie, maar ook vertrouwde karakters zoals de onverwoestbare doctor Buguraz. En op de achtergrond brengt het Biosofisch Instituut onvermoeibaar de werkelijkheid in kaart.


Kuipers is vergeleken met uiteenlopende schrijvers als Jorge Luis Borges en R.A. Lafferty. Met Borges heeft hij de verlicht ­filosofische inslag gemeen, met Lafferty de verhalen waarin schaduwen groter zijn dan hun personages. Licht en schaduw – het doek gaat op!


‘De kern van zijn schrijverschap: de kracht van het woord.’
- Paul van Leeuwenkamp

‘Waar Kuipers ook het licht van zijn toverlantaarn laat schijnen, de Schaduwen doemen vanzelf op.’
- Marcel Orie

Bevat de verhalen:
Afspraak voor de muren
Gestalte op de heuvel
Sebastiaans oorlog
Kitesj
De voorspelling
Omtrent Hygelac
Zeepaardje
Verse herinneringen aan prins Joeri
Houten trouw
Hudson
Offa’s bruid
De brug
De ijzeren arm
Paars waas
Het stoomschip


zaterdag 24 augustus 2024

1 van 111: een oase in een oase

Noord-Beveland een eiland van rechte lijnen en kusttoerisme? Deels wel, maar ook een eiland van verrassende hoekjes, veel groen, historie en kunst. In de jongste herdruk van ons boek 111 plekken in Zeeland die je gezien moet hebben behandelen we zeven van die bijzondere plekken. Niet alleen Marina Kamperland of de Dijkwerkers van Peter de Jong, maar ook De Zeeuwse Oase bij Kats: een oase in de oase van een ‘eindeloos eiland’.

De Zeeuwse Oase is in 1995 gesticht als De Zeeuwse Rozentuin. Vanaf het begin ging deze tuin een verband aan met beeldende kunst. En nu is er de grootste sortering rozen (meer dan duizend) en clematissen (meer dan honderdtwintig) van Nederland en ver daarbuiten, maar je kunt hier ook op je gemakje wandelen in de landschapstuin van vijf hectare, exposities bekijken, cursussen volgen, zo nu en dan een concert, wijnproeverij of fair bezoeken enz. enz.

Want Zeeland is meer…

(Tekst vervolgt onder de afbeelding.)

De Zeeuwse Oase (foto HMD Dekker, 2024).

Want Zeeland is meer dan strand, duinen, mosselrestaurants, folkloresport in klederdracht. Meer dan monumentale lijstgevels, middeleeuwse kerken, de deftigheid van buitenplaatsen in het groen. Wel eens aan de Rattekaai geweest? U beziggehouden met Zeeuwse struisvogelolie?

Zeeland is een dynamisch gebied met een meervoudige identiteit: eeuwenoud mondiaal handelsgewest én agrarisch arcadië. Dit boek voert langs 111 Zeeuwse plekken die u gezien moet hebben. Plekken die u voeren achter de sluier van de traditionele reisgids.

De auteurs

Jan Kuipers publiceerde ongeveer 85 boeken voor volwassenen en kinderen. Ook was hij stadsdichter van Middelburg. Een flink deel van zijn werk betreft zijn geboorteland: de provincie Zeeland in heden en verleden. Heleen Dekker werkte decennia in de zorg. Daarnaast houdt zij zich al vele jaren bezig met fotografie. Haar werk verscheen in tijdschriften en boekpublicaties.

Zeeland  *  geschenkidee  *  streekgids 

Over de serie

De 111 PLEKKEN-boeken beschrijven steden en regio’s vanuit een eigenzinnig en persoonlijk perspectief, bieden de beste insidertips en slaan andere wegen in, weg van de toeristenpaden.

Met charme en humor worden buitenissige, merkwaardige en verrassende plekken beschreven en vertellen deskundige schrijvers spannende verhalen. De boeken hebben een helder grafisch concept en zijn inspirerend om te lezen. 

De bonte mengeling van onderhoudende verhalen, eigenwijze wetenswaardigheden en sfeerrijke foto’s nodigt zowel stads- en streekbewoners als toeristen uit om plekken te bezoeken die ze daarvoor nog niet kenden.

 

111 plekken in Zeeland die je gezien moet hebben pretendeert áchter de reguliere reisgids te kruipen. Die pretentie wordt waargemaakt. Hulde.”

Jan van Damme, PZC


111 PLEKKEN IN ZEELAND DIE JE GEZIEN MOET HEBBEN


Paperback, 13,5 x 20 cm, 240 pagina's, 120 illustraties in kleur, derde herziene druk 2023

ISBN 978 90 6868 680 7, prijs € 17,95

'Weirdo-alternatieve geschiedenis' met 'Loreley'

Commentaren van de publieksjury van de EdgeZero Award 2024 bij mijn verhaal 'Lorely' dat de vierde plaats haalde. 'Loreley' ...