zaterdag 21 december 2019

Nederland in de middeleeuwen

Omstreeks februari 2020 verschijnt Nederland in de middeleeuwen. De canon van ons middeleeuws verleden bij WalburgPers. Naar aanleiding van de vorige (eerste) editie verscheen onderstaand interview. Over Tanchelm en Dirk III, heren en horigen, vensters en contexten, de alomtegenwoordige Middeleeuwen, kennishumus en 'metafysische kwaliteit'.



Jan J.B. Kuipers: “De Middeleeuwen vormen zowel een vertrouwde als een vreemde, exotische periode”


De Middeleeuwen komen gelijk op je af als je de omslag van de eerste druk ziet van het publieksboek Nederland in de Middeleeuwen. De canon van ons Middeleeuws verleden, met de vele afbeeldingen uit of over die periode van de geschiedenis. Geschilderde portretten, een zegel onderaan een brief, een armband, een kasteel… Ze maken de Middeleeuwen tastbaar, maar ook weer niet zo tastbaar dat ze geen vragen oproepen. “Het is zowel een vertrouwde als een volstrekt vreemde, ‘exotische’ periode”, stelt Jan J.B. Kuipers, auteur van dit boek. Een gesprek met deze veelzijdige schrijver over Nederland in de Middeleeuwen. 

Bron: Aukje-Tjitske Dieleman, 'Persoonlijk bekeken' nr. 20, in: De Vliegende Hollander nr. 88, 30 januari 2012.

Jan, hoe is het idee voor dit boek ontstaan?
“Het is een deel in de reeks canons die wordt uitgegeven door Walburg Pers in Zutphen en ik ben hier als schrijver voor gevraagd door de uitgever. In dezelfde serie verscheen eerder al Geschiedenis van Zeeland, de canon van het Zeeuws verleden, dat ik samen met Johan Francke geschreven heb. Voor deze Nederlandse canon heb ik overigens samengewerkt met Goffe Jensma en Oebele Vries, vanwege hun expertise op het gebied van Friesland en het Noorden. Met z’n tweeën schreven zij vijf hoofdstukken, ik de andere vijfenveertig en de inleiding. Die samenwerking voldeed goed.”


(De tekst gaat verder onder de afbeelding)



Een canon bestaat uit ‘vensters’, hoofdstukken die elk een eigen (sub)onderwerp belichten. Dit boek heeft vijftig van die vensters. Hoe heb je daar de onderwerpen van gekozen?
“De lijst is door mij gemaakt in overleg met historicus Ad van der Zee, (destijds) werkzaam bij de uitgever. Het was een heen-en-weer-spel per e-mail en in een paar bijeenkomsten. De basis is gelegd door bekende handboeken over onze Middeleeuwen, zoals van de legendarische H.P.H. Janssen en vele andere. Alle bekende middeleeuwse onderwerpen komen aan bod, soms prominent met een eigen venster en soms in de achtergrondinformatie van een venster met een ander hoofdonderwerp.”


Het moet veel werk geweest zijn.
“Ja, ik heb er een dik jaar behoorlijk aan getrokken, moet ik zeggen. Tegelijkertijd had ik ook nog andere schrijfactiviteiten en niet te vergeten mijn deeltijdbaan bij de Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland (intussen Erfgoed Zeeland geheten), waar ik betrokken was bij het werkveld archeologie.”

Waar heb je bij het schrijven het meeste plezier aan gehad?
“Over het algemeen heb ik met groot plezier aan het boek gewerkt, maar een van de aardigste vensters vind ik toch venster 16, ‘Tanchelm en latere ketterijen’. Dat heeft ook een Zeeuwse component. Het leukst vond ik om te schrijven over mensen en hun al of niet snode daden, zoals bijvoorbeeld ook bij ‘Dirk III en de Tol bij Vlaardingen’, venster 13. Hoofdstukken met meer abstracte onderwerpen, zoals venster 14, ‘Heren en Horigen’, vond ik een tikje minder aantrekkelijk om te schrijven. Geschiedenis leeft toch het meest als je de actoren, de ‘hoofdrolspelers’, in hun wereld voor je ziet.”

Waar komt je interesse in de Middeleeuwen vandaan?
“Al van jongs af aan hebben de Middeleeuwen, net als de Oudheid, mijn interesse. De Middeleeuwen zijn nog overal om ons heen, bijvoorbeeld in de architectuur, beeldende kunst, religie, en ook in de volkscultuur met films en strips. Daarom is het een vertrouwde periode, hoewel die ons ook vreemd blijft. Maar ik ben ook liefhebber van de achttiende en negentiende eeuw hoor, en in toenemende mate van mijn ‘eigen’ geschiedenis: de twintigste eeuw. Eigenlijk ben ik altijd een aanhanger van de Romantiek gebleven: het verleden fascineert omdat het voorbij is. Daarom heeft het een soort metafysische kwaliteit gekregen.”

Dat is iets om over na te denken. Waar heb je de informatie voor dit boek vandaan gehaald?
“Ik heb het gebaseerd op literatuuronderzoek, solide informatie op het web, handboeken, biografieën, monografieën en dergelijke. Door mijn achtergrond en andere publicaties ben ik inmiddels aardig op de hoogte. In mij - zoals in iedereen - bevindt zich een soort humus van verwerkte en verzonken kennis, waaruit in dit geval de nieuwe plantjes van de hoofdstukken snel opschoten door toediening van alle nieuwe informatie.”

Spreken verschillende informatiebronnen elkaar niet tegen? Deskundigen zijn het niet overal over eens.
“Die meningenstrijd wordt vaak vermeld. Er is niet één historische werkelijkheid, menselijkerwijs gesproken.”

Omslag van de eerste druk

Voor een canon vind ik dat je in dit boek veel aandacht aan de context van het onderwerp besteedt. Naar mijn idee staan in een canon de verschillende vensters meer apart van elkaar. Veel van je hoofdstukken borduren op elkaar voort. Juist dat maakt het boek zo sterk, maar waarom wordt het toch een canon genoemd?
“Het is een canon in de zin van een verzameling middeleeuwse onderwerpen die bij alle belangstellenden bekend geacht mogen worden, met passende uitdieping en contextuele achtergrond. Een venster focust op één persoon of onderwerp en is in die zin deel van een canon, maar tegelijkertijd wordt inderdaad de grotere historische en geografische context belicht, zodat elk gebied of belangrijk onderwerp wel ergens aan bod komt. Dat was een zeer bewuste werkwijze. Het is trouwens niet de bedoeling om de lezer iets ‘op te leggen’, behalve dan misschien de fascinatie voor geschiedenis. Het is het mooiste vak van allemaal. Het gaat over alles en iedereen.”

Daarom schrijf je er vast ook zoveel over, hoewel je publicaties heel veelzijdig zijn: van kinderboeken tot boeken voor volwassenen, van sciencefiction tot archeologie, van thrillers tot gedichten… 



“Veel onderwerpen en disciplines hebben me altijd al geboeid. Elk genre heeft van nature zijn eigen stijl en aanpak. Het nadeel van die veelzijdigheid is een verknipt beeld van je eigen schrijverij, misschien ook bij het publiek. Maar het grote voordeel: de kokervisie krijgt geen kans!"

Zie ook: 'Poëtische non-fictie en de overzichtelijkheid van lijsten. Een canon van de middeleeuwen' op Historiek.

Recente andere boeken van Jan Kuipers bij dezelfde uitgever:

De Hanze. Kooplui, koningen, steden en staten (2019)

Willem van Oranje. Prins in Opstand (2018)

Willem III. De weerspannige koning (2017)

De Beeldenstorm. Van oproer tot Opstand in de Nederlanden (2016) 

zaterdag 7 december 2019

Tien jaar boek over Zeeuwse canon

Een hoofdrol voor het water


Tien jaar geleden, in 2009, verscheen het boek over de Canon van Zeeland. Jan J.B. Kuipers is een van de auteurs die de onderwerpen van zijn provinciale geschiedenis beschreef in deze uitgave Geschiedenis van Zeeland, de canon van ons Zeeuws verleden. Kuipers: ''Dat verleden is onlosmakelijk verbonden met het water.”


Bron: Cultuurkroniek, Jaarmagazine 2009 van het Prins Bernhard Cultuurfonds, 
2010, 41-43 | door Liesbeth Maas (bew.)


De Zeeuwse canon is, net als de nationale canon, opgebouwd uit veertien hoofdthema´s en vijftig daaraan verbonden onderwerpen, vensters geheten. En net als de Nederlandse canon is de Zeeuwse canon een geschikt leermiddel voor scholieren tussen de negen en veertien jaar, waarbij de Nederlandse en de Zeeuwse geschiedenis in samenhang kunnen worden gezien. Het (al jaren uitverkochte) boek richtte zich ook volwassen belangstellenden. Jan Kuipers in 2009: “Zeeland maakt deels dezelfde bewegingen als de rest van Nederland maar wijkt er ook van af. Zo kwam de verstedelijking eerder op gang door de overzeese handel, maar met de industrialisatie en de aanleg van kanalen en spoorwegen waren we laat.”

Blikvangers


In vijftig hoofdstukken komen alle historische blikvangers van Zeeland aan bod. Van de Romeinen en de zendeling Willibrord naar Zeeuwse kapers en zeehelden, meekraptelers en kanalengravers. De jongere geschiedenis werpt licht op onder meer Mondriaan in Domburg, de Tweede Wereldoorlog en Zeeuwse Molukkers. 

Kuipers: “De canoncommissie bestond uit vertegenwoordigers van culturele erfgoedorganisaties uit de hele provincie. Leuk detail daarbij is dat de Zeeuwse bevolking zich over tien vensters mocht uitspreken.” Er werd een keuze uit twee mogelijke onderwerpen geboden, een onafhankelijke jury hakte uiteindelijk de knopen door, gebaseerd op reacties vanuit de provincie. Zo veranderde het door de commissie voorgestelde venster van de stormvloedkering Oosterschelde in een venster over de Watersnood 1953. “Daarmee veranderde wel het venster maar niet de inhoud van het onderwerp waar we door het venster naar kijken. Natuurlijk komen de Deltawerken aan bod, alleen gaf de bevolking aan deze te willen herinneren via de watersnoodramp”, legt Kuipers uit.

[De tekst gaat verder onder de afbeelding]

Canon van Zeeland en van de Middeleeuwen; van de laatste verschijnt omstreeks februari 2020  een herdruk. 

Zesduizend jaar


Jan Kuipers schreef de canon samen met maritiem historicus Johan Francke. Kuipers richtte zich vooral op de vroege periode van zijn provinciale geschiedenis, die zesduizend jaar geleden begint met de eerste bewoners: jagers, verzamelaars en vissers. In Zeeland is hij een bekend figuur, zo was hij in 2005 en 2006 stadsdichter van Middelburg; hij heeft veel boeken en artikelen over de Zeeuwse geschiedenis op zijn naam staan en beheerde tot 2019 voor Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland (later Erfgoed Zeeland geheten) het Zeeuws Archeologisch Archief (ZAA).

Kuipers vertelt dat er in Zeeland sprake is van een fascinatie voor de eigen geschiedenis, wat volgens hem vooral veroorzaakt wordt door de geografisch wat perifere ligging ten opzichte van de randstad. “Er zijn hier verschillende organisaties die zich met de provinciale geschiedenis bezighouden en er verschijnen veel publicaties over ons eigen verleden. De Zeeuwse canon sluit hierop naadloos aan.”

Scherven en doodshoofden


Dé rode draad door de geschiedenis van Zeeland is het water. “Dat ons zowel goed als kwaad heeft gebracht. De welvaart die het water ons gaf in de vorm van een bloeiende zeehandel en tegelijkertijd de vele stormvloeden die alles kapot maakten en complete dorpen lieten verdwijnen.” 

Het is een van Kuipers geliefde onderwerpen in de canon: de verdronken dorpen van zijn provincie. Het gaat om kerkdorpen die zijn ontstaan in de periode tussen 900 en 1500 en die zijn weggevaagd door het wassende water. Zeeland telt de meeste weggespoelde kerkdorpen van ons land, zo'n 130 maar liefst, en minstens zoveel buurtschappen. 

Een andere uitverkochte boekuitgave
over de Zeeuwse verdronken landen (2004).
Voor Kuipers is het een inspirerend uitje: wandelen in de gebieden waar vroeger volop leven was. “Zo liep ik eens op het terrein waar ooit Valkenisse lag. Ik zag de oude resten van de kerktoren nog staan, er lagen talloze scherven op de grond, alsook doodshoofden en knekels; zij volgden het tij. Aan de horizon zag je de containerschepen log voorbij varen – een mooier plaatje was niet denkbaar.”


Reimerswaal


Vooral de ondergang van Reimerswaal – de enige verdronken stad – boeit de Zeeuw. “Het was ooit de derde stad van Zeeland, na Zierikzee en Middelburg, met bloeiende handelshaven; nu is er niets meer van over. In 1631 verlieten de laatste bewoners hun dorp, na een reeks van hevige stormvloeden te hebben doorstaan. Zelfs het archief is uiteindelijk verloren gegaan in een brand, waardoor het mysterie van de verdronken stad alleen maar groter is geworden.”

Godin in klederdracht?


Een ander canon-hoogtepunt voor Kuipers is Nehalennia, een inheems-Romeinse godin die behalve bij Domburg en Colijnsplaat nergens ter wereld werd vereerd. Nehalennia was de beschermster van maritieme handelaars, zo rond de periode 150-250. 
“Restanten van haar tempel bij Domburg kwamen in 1647 onder het duinzand vandaan”, vertelt Kuipers. “Voor een behouden overtocht beloofden schippers en handelaren de godin een altaar, in 2009 telden we ongeveer 300 opgeviste en opgedoken altaren.” 

Hoe zag Nehalennia eruit? Kuipers pakt zijn boek erbij en laat een foto van haar beeltenis zien. “Ze zit vaak op een zetel in een lang gewaad met een schoudermanteltje. Dat manteltje is uniek, sommigen zien het als het eerste voorbeeld van Zeeuwse klederdracht.” Nehelennia wordt altijd vergezeld door een hond, als teken van trouw en waakzaamheid, en een mand met vruchten, duidend op vruchtbaarheid en voorspoed.

Verrassende Zeeuwen


Grote afwezige in de Zeeuwse canon is de in Kapelle geboren Annie M.G. Schmidt. Jan Kuipers verklaart: “Zij wordt gezien als de belangrijkste kinderboekenschrijfster van de vorige eeuw, maar haar werk behoort toch vooral tot de Nederlandse letterkunde en niet de Zeeuwse.” 

Andere opvallende en soms verrassende ‘Zeeuwen’ die we wél in de canon tegenkomen: Reynaert de Vos, Michiel de Ruyter, Jacob Cats, Johannes Hendrik van Dale (van de Dikke van Dale) en Henriëtte Dorothea van der Meij, de eerste vrouwelijke journalist en eindredacteur van Nederland. Behalve De Ruyter hebben ze niet zoveel met het water van doen. Toch zijn het echte Zeeuwen, die, volgens Jan Kuipers, zich onderscheiden door een eilandenmentaliteit: op zichzelf betrokken en sterk chauvinistisch.


Jan J.B. Kuipers en Johan Francke – Geschiedenis van Zeeland, de canon van ons Zeeuws verleden. Zutphen: Walburg Pers, 2009 (uitverkocht).


Het nieuwe boek van Kuipers bij dezelfde uitgever: De Hanze. Kooplui, koningen, steden en staten (2019).

"De Hanze. Kooplui, koningen, steden en staten biedt een kleurrijk panorama van de geschiedenis en reikwijdte van het verbond. Met aandacht voor de voorgeschiedenis, de verschillende fasen, het langdurige einde. Voor de Hanzeoorlogen, de robuuste kogge, de inzet van kaapvaart en de vage grens met zeeroof. Voor staatkundige ontwikkelingen en opmerkelijke actoren. Voor de rijke culturele erfenis – Hanzegotiek en Artushöfe, maar ook portretkunst, literatuur en muziek. En zelfs voor Hanzehistorici en ‘de Hanze na de Hanze’."

zaterdag 16 november 2019

BALLUSTRADA contra de Dichter des Vaderlands


Het literaire tijdschrift Ballustrada, ooit ontstaan in Zeeland, werpt zich de laatste tijd incidenteel op als stokebrand tegen de ook in de literatuur oprukkende, overdreven culturele correctheid. In het vorige nummer richtte redacteur Jan Kuipers zijn pijlen op de ‘muilkorf’ van het Vlaams-Nederlands instituut deBuren. Dit zou voornamelijk subsidie verlenen aan projecten die gender- en culturele diversiteit stimuleren. En in het net verschenen najaarsdubbelnummer van jaargang 33 hekelt de vaste columnist Minor de Dichter des Vaderlands, Tsead Bruinja, vanwege zijn activistische opstelling en veilige politiek-correcte meningen.


Bruinja is er kennelijk niet voor de hele Nederlandse bevolking, maar richt zich enkel tot zijn elitaire achterban. ‘Waarom overschreeuwt deze dichter zich zo?’ vraagt Minor zich af. ‘Wil hij de Majakovski van de diverse grachtengordels worden?’

Verderop in het nummer staat wél een gedicht van dezelfde Tsead Bruinja, want Ballustrada blijft toch graag een tikkeltje ongrijpbaar. De inhoud van deze editie schiet volgens de redactie dan ook ‘alle kanten’ op, in tegenstelling tot de voorgaande thema-uitgave ‘In Holland staat een huis’. Bert Bevers maakte met twintig Limburgse dichters uit Nederland en België een boeiende aflevering van Laaglandse Poëzie. Willem G. Westeijn vertaalde werk van de hier nauwelijks bekende Russische dichter Leonid Aronzon, die in 1970 jong overleed.

Voorts allerhande poëzie en proza in deze 124 pagina’s tellende editie, zoals essays van Pieter Sierdsma en Reinold Widemann over de ongelijke grootheden Bob den Uyl en J. L. Borges. Redacteur Johan Everaers volgt de avonturen van de hond van Sisyphus, André van der Veeke besteedt aandacht aan dichter, essayist en medewerker van Ballustrada Lou Vleugelhof, die op 25 mei van dit jaar overleed. Renaat Ramon interviewt K. Schippers over aspecten van zijn proza. Ballustrada-vormgever Ko de Jonge presenteert in zijn nieuwe serie beeldend werk van Jorieke Rottier (uit Untitled).

Los dubbelnummer € 12,50, Abonnement € 20,00 voor 4 nummers, inclusief porto
Bankrekening: NL35 ABNA 049 92 02 864 t.n.v. Stichting Zeeuws Licht.


Contactadres Ballustrada: A.J. van der Veeke, Korte Kerkstraat 19A, 4531 CL Terneuzen, avdveeke@zeelandnet.nl, tel. 06 576755504


zaterdag 19 oktober 2019

'Vurige' Middelburgse poëzieroute op 3 november 2019

Zondagmiddag 3 november vindt in Middelburg de 21ste poëzieroute plaats, georganiseerd door de Werkgroep Poëzie van de Kunst- en Cultuurroute. Vijftien dichters, onder wie acht Brabantse gastdichters, dragen voor op twee locaties. Dit zijn Galerie Jet Sondaar aan Koepoortstraat 6 (13:30-15:00 uur) en The Common House of Elliott, Lange Noordstraat 48 (15:30- 17:00 uur). Hier is ook de gezellige nazit. Muzikale afwisseling wordt geboden door het folkduo Vagantenkost (Heille) en de bekende coverband Yesterday's Papers (Middelburg / Vlissingen). De toegang is vrij!


Het thema dit jaar is 'vuur', de bundel die ter gelegenheid van de route verschijnt heet Sintels.

Een geanimeerde vorige route (foto Heleen Dekker).
Locatie 1 

Galerie Koepoortstraat 6, 13.30-15.00 uur. Optredende dichters zijn Kees van Meel, Jan Musters, René Spruijt en Albert Hagenaars. Muzikale omlijsting: Vagantenkost.
Gastdame is de Middelburgse stadsdichter Anna de Bruyckere.

Locatie 2 

The Common House of Elliott
('het oude postkantoor'), Lange Noordstraat 48, 15.30- 17.00 uur. Hier treden op de dichters Ruben van Rompaey, Ivo Weterings, Tomas White. Flitsoptredens zijn er van Juul Kortekaas, Anna Schenk, Raymond van de Ven, Jacoline Vlaander en de drie ex-stadsdichters Jan J.B. Kuipers, Karel Leeftink en Theo Raats. Ter afsluiting leest de huidige stadsdichter Anna de Bruyckere uit haar werk. De muziek op deze locatie wordt verzorgd door Yesterday’s Papers. Gastheer is Raymond van de Ven.

Yesterday's Papers (foto Tanja Hoogerheijde).
De dichtbundel Sintels bij deze editie (uitgave Mea Sponte) is op beide locaties te koop. De prijs van dit collectors item bedraagt € 3,50 per stuk (graag gepast betalen). 

Het belooft weer een middag te worden waarin het woord tot grote hoogten wordt opgestuwd. 

Na afloop is er ruimschoots gelegenheid om met elkaar het glas te heffen, zowel voor, tijdens als na het voordragen.

vrijdag 11 oktober 2019

Geschiedenis van de HANZE in nieuw boek Jan Kuipers

Van kooplui die zich aaneensloten voor wederzijdse bescherming tot een verbond van ongeveer tweehonderd steden dat oorlogen voerde en koningen de wet spelde. Ziedaar de ontwikkeling van de Hanze, de ‘internationale’ handelsorganisatie in middeleeuws Europa. De hele geschiedenis van dit verbond, inclusief de voorgeschiedenis en 'de Hanze na de Hanze' wordt beschreven in het nieuwe boek De Hanze. Kooplui, koningen, steden en staten van Jan J.B. Kuipers.


Klik HIER voor uitgevers/bestelinformatie

Toen de Hanze in 1356 in Lübeck een officieel stedenverbond werd, had zij al een voorgeschiedenis van eeuwen. Ooit waren er verschillende Hanzen, zoals de Vlaamse Hanze van Londen. 

De Hanze beheerste de handel op Noord- en Oostzee. Zij strekte zich uit over de Nederlanden, Duitsland, de Baltische Staten, Noorwegen en Polen tot Rusland. Haar buitenposten waren de vier ‘Kantoren’: vestigingen in Novgorod, Bergen, Londen en Brugge (later Antwerpen).

Conflicten


Voor de ontluikende Nederlanden was de Hanze zeer belangrijk, maar zij bracht ook ingrijpende conflicten als de Hollands-Wendische Oorlog (1438-1441). De eigenlijke Nederlandse Hanzegeschiedenis concentreert zich rond de IJssel- en andere oostelijke steden als Deventer, Zutphen, Kampen, Zwolle, maar ook Groningen, Stavoren, Nijmegen en Roermond. 
Ook voor niet aangesloten steden als Dordrecht, Amsterdam en Middelburg was het Hanzenetwerk van enorm belang. 

De neergang (de Hanze is pas in 1862 officieel opgeheven!) voltrok zich in de zestiende eeuw. De IJsselsteden verloren hun belangrijke positie. Voor Holland en Zeeland resteerde de ‘moedernegotie’ met het Oostzeegebied. Deze vormde het fundament voor de wereldomspannende handelscompagnieën in de zeventiende eeuw.

Kleurrijk panorama


De Hanze. Kooplui, koningen, steden en staten biedt een kleurrijk panorama van de geschiedenis en reikwijdte van het verbond. Met aandacht voor de voorgeschiedenis, de verschillende fasen, het langdurige einde. Voor de Hanzeoorlogen, de robuuste kogge, de inzet van kaapvaart en de vage grens met zeeroof. Voor staatkundige ontwikkelingen en opmerkelijke actoren. Voor de rijke culturele erfenis – Hanzegotiek en Artushöfe, maar ook portretkunst, literatuur en muziek. En zelfs voor Hanzehistorici.

"Met een index die het toegankelijk maakt voor het opzoeken van namen en plaatsen zou het lange tijd het Nederlandse standaardwerk over de Hanze-geschiedenis zijn."
Geschiedenis Magazine 2020 nr. 1 (Henk Slechte)
Jan J.B. Kuipers (1953) publiceerde ca. 75 boeken: non-fictie en fictie over veelal historische onderwerpen. Hij won verschillende prijzen en was stadsdichter van Middelburg. Bij WalburgPers verschenen o.m. boeken over de middeleeuwen, de Beeldenstorm, de VOC, de Franse tijd. Hij publiceerde er ook publieksbiografieën: Karel de Grote, Der Kaiser!, Willem III en Willem van Oranje.


De Hanze. Kooplui, koningen, steden en staten (Zutphen: WalburgPers, 2019) 160 pag.; ill., foto’s, krt., tek., plgr. ISBN 9789462494466, € 29,99; e-boek € 14,99.

Op Historiek verscheen op 9 oktober 2019 een artikel van de auteur over 'de Hanze na de Hanze', gebaseerd op het afsluitende hoofdstuk in het boek; ook 'Hanzecultuur - baksteen en koopmanstrots' (1 dec. 2019) is gebaseerd op het boek. 

woensdag 18 september 2019

Mythische Friezen en Hibernianen in GANYMEDES-19

"De vloed kwam op, omspoelde al de ruïneuze Toren van Kalla, die de plek aangeeft waar in een grijs verleden een krankzinnige keizer van Rome zíjn zeegod kwam beoorlogen, en die nadien huiswaarts trok met zegewagens vol buitgemaakte schelpen. Geen wonder dat dit rijk naderhand langzaam is afgebrokkeld. Ik lag te wachten en liet al bijna mijn pis lopen van angst. Toen verscheen Dubghal. Hij knielde bij me neer en bood me mijn bevrijding aan."


Een passage uit mijn verhaal 'Wartna' in het recent verschenen jaarboek Ganymedes-19.
Frisia omstreeks 500 na Christus, de geheimzinnige, verzonken stad Wartna, het voortsluimerende Traiectum ofwel Utrecht.
Wat doen Skannal de Trouweloze en de fanatieke missionaris Dubghal in het schemerige land der Friezen?

Het wordt snel duidelijk. Want waar gegevens uit historiografie en archeologie ontbreken, vult de Mythe de lacunes. Daarom treffen we in dit verhaal naast bekende figuren uit de overlevering, zoals Wybo de Smid, Finn Folcwalding en de verraderlijke Hengist ook gestalten aan, die we al kennen uit eerdere verhalen. Het onaangename Rijnvolkje bijvoorbeeld, dat we naar het hoofddeksel van hun lokale koningen de Snoeksnuiten noemen. Of de enigmatische eenoog, die in totaal verschillende tijdperken en oorden opduikt, vanaf verhalen als 'Blavatsky's knie' en 'Het stoomschip'. En altijd, vreemd genoeg, geassocieerd met water. Want ja, we gaan ook het Aelmeer of Aalmeer op en dan...

Zie voor informatie over mijn andere recente historische fantasyverhalen met betrekking tot de vroege middeleeuwen ook HIER.


Het jaarboek 


Ganymedes-19 voorziet jaarlijks in een algemeen geaccepteerde, evenwichtige staalkaart van de courante Nederlandstalige fantastische literatuur.

Behalve 'Wartna' staan er deze keer ook bijdragen in van (in alfabetische volgorde):
Annette Akkerman, Gert-Jan van den Bemd, Fred Bloemink, Jaap Boekestein, Guido Eekhaut,Rob Geukens, Abram Hertroys, Jan J.B. Kuipers (behalve het verhaal het gedicht 'Terug naar Tintagel'), Paul van Leeuwenkamp, Remco Meisner, Max Moragie, Frank Roger, Olivier Sted, Tais Teng, Joost Uitdehaag en Bart de Wolf.
De cover is zoals elk jaar een schilderij van de hand van de ‘Ganymedes-roerganger’, wijlen Vincent van der Linden.

Het jaarboek is samengesteld door Paul van Leeuwenkamp & Remco Meisner; Rare Boekjes-reeks deel 52; ISBN 978-90-78499-48-0; 265 blz.; 1e druk 2019; uitg. Stichting Fantastische Vertellingen; omslagillustratie Vincent van der Linden; omslagontwerp Ingrid Heit; bio-/bibliografieën van de gepubliceerden.

Ganymedes-19 kan HIER worden besteld voor € 7,95.



woensdag 4 september 2019

Najaarseditie MYSTERIEUS MIDDELBURG


NOG ENKELE PLAATSEN VRIJ!


Donderdagavond 26 september vindt de eerstvolgende stadswandeling Mysterieus Middelburg plaats onder leiding van schrijver en voormalig stadsdichter Jan J.B. Kuipers. Deze editie is de laatste wandeling van het seizoen 2019 met open inschrijving. Iedereen kan zich vooraf voor de ‘sinistere vertelwandeling’ aanmelden. De start is om 19:45 uur voor het oude stadhuis (zijde Vleeshal) op de Markt. De duur van de wandeling is twee uur.


Meewandelen kost € 11,99 per persoon. Boeken kan direct via jjbkuipers@hotmail.com

Voor groepen vanaf 8 personen kan het hele jaar door geboekt worden via jjbkuipers@hotmail.com, of bij VVV Zeeland

(foto's H.M.D. Dekker)
Mysterieus Middelburg startte in 2016 als de allereerste Zeeuwse ghostwalk. Sinds de twee
de wandeling (in Vlissingen) is gestaakt, is het opnieuw de enige Zeeuwse ghostwalk. De route voert vanaf de Markt door het westen en noordwesten van de binnenstad van Middelburg. Gids Jan vertelt met de nodige kwinkslagen over moordenaars, spoken, arglistige monniken en pestlijders. Over een mirakel op een brug, een berucht bushokje, de vreemde geschiedenis van een schavot en meer. Stokoude geschiedenis en pijnlijk recente verhalen.

Veel belangstelling


Het seizoen 2019, het vierde sinds de start in 2016, trok opnieuw veel belangstellenden voor de vertelwandeling over het schaduwachtige erfgoed van Zeelands hoofdstad.
De wandelingen met open inschrijving vinden uitsluitend in de zomer en het vroege najaar plaats.


Om teleurstelling te voorkomen, wordt verzocht spoedig in te schrijven, het maximaal aantal deelnemers is 25.

Omroep Zeeland berichtte hier over de voorgaande wandeling.

Zwerf ook mee door het labyrint van Middelburgse histories en griezelige volkscultuur! En als u bang bent voor te veel lood in uw schoenen kan de wandeling ook ‘virtueel’ worden uitgevoerd, als lezing met powerpointpresentatie. Voor een aanbod op maat: hmddekker@zeelandnet.nl of jjbkuipers@hotmail.com



***




Boudewijn en Judith, een beer en een rammelaar

Onbekende lotgevallen rondom Boudewijn, de eerste graaf van Vlaanderen omstreeks 870. Zijn hoekige persoonlijkheid steekt bleek af tegen die...