zondag 2 februari 2020

Ze zijn er nog, de restanten van 'In de Steenrotse'

Bange geruchten zweefden door de stad en omstreken: waar waren de restanten van Middelburgs misschien beroemdste verdwenen monument 'In de Steenrotse' gebleven? Men vreesde dat de schaarse overblijfselen die de oorlogsbrand van 17 mei 1940 hadden overleefd alsnog kwijt waren geraakt. Maar ze zijn er nog: nog altijd in de hoede van vereniging Hendrick de Keyser. Ik vernam de geruchten naar aanleiding van het volgende korte artikel dat ik schreef als aflevering van de rubriek 'Sporen in de delta' (Provinciale Zeeuwse Courant, 16 oktober 2019).



Steenrotse gered en verwoest


Na de Middelburgse oorlogsbrand op 17 mei 1940 koos men voor wederopbouw van het stadscentrum in de retroachtige stijl van de Delftse school, met zorgvuldige restauratie van enkele gezichtsbepalende monumenten als het stadhuis. Er was méér mogelijk geweest. Gevelfragmenten van het pand ‘De Dolfijn’ (1733) aan de Lange Delft, waarin de Provinciale Bibliotheek gevestigd was, werden bijvoorbeeld in de hoop op reconstructie netjes verzameld en genummerd. Maar er gebeurde niets. Gemeentewerken dumpte ze rond 1990 op het plein van het Provinciaal Depot voor Bodemvondsten aan de Balans, waarna ze verspreid raakten over alle windstreken. Sommige delen waren al verwerkt in het kunstwerk ‘De Explosie’ van Ko de Jonge (1988).

Eén van de meest betreurde van de honderden verwoeste panden in Middelburg is ‘In de Steenrotse’ aan de Dwarskaai. Het was in 1590/91 gebouwd voor steenhouwer Andries de Valckenaere, die het misschien ook ontwierp. De Steenrotse was waarschijnlijk het mooiste woonhuis in Vlaamse renaissancestijl in heel Nederland, met zijn drie forse horizontale segmenten, elk verschillend van de andere en uitbundig gedecoreerd. Bijvoorbeeld met fraaie medaillons van de Romeinse heersers Julius Caesar en Augustus, en met beeldjes van de vier beschermheiligen van de steenhouwers: de martelaren Nicostratus, Simplicius, Desiderius en Claudius. De ‘fabelachtige’ natuurstenen gevel van de Steenrotse kon volgens kenner Fred Jilleba (1969) ‘zó per schip uit Antwerpen of Mechelen zijn aangevoerd’.

Toegegeven: lang vóór de verwoesting had het verval toegeslagen. De top van het pand was ergens in de achttiende eeuw verwijderd. Na 1900 waren achtereenvolgens een café-biljart, een vlees- en spekslagerij en een groenten- en melkzaak in de Steenrotse gevestigd.

Gevelrestant na de stadsbrand van 17 mei
1940 (Wim Abeleven).
Vereniging Hendrick de Keyser kocht het verwaarloosde pand in 1919. Beneden- en bovenhuis bleken ‘verprutst’, de binnenplaats was een ‘mestvaalt gelijk’ en het mocht een wonder heten, dat het huis al jaren geleden niet was ingestort. Aldus architect A.A. Kok, die over de aangevatte restauratie van deze ‘Augias-stal’ rapporteerde. Alleen al uit een kelder onder de binnenplaats kwamen tien wagens vuil. De eigenlijke restauratie begon in 1921. Na afloop (1922) meldde Kok verheugd dat alles weer deugdelijk in orde was en dat de Steenrotse ‘weder vele jaren of eeuwen kan leven.’ Die droom duurde nog geen twintig jaar. Na 17 mei 1940 stond het onderste gevelsegment nog overeind. Maar ook dat is neergehaald.




Herbouw, presentatie?


Ontwerp van Ko de Jonge
Na publicatie van het artikel ontving ik reacties van o.m. oud-stadsarchivaris 
Peter Sijnke en beeldend kunstenaar Ko de Jonge (ja, van 'De Explosie').

Beiden vestigden de aandacht op de nog resterende gevelfragmenten; Sijnke vermeldde een relatief recent initiatief voor herbouw van de gevel. Ko de Jonge had in het kader van het contemporary art festival  'Façade' (2017) zelfs een aardig plan bedacht voor de presentatie van de restanten in gevelachtig verband bij de oude locatie van het pand.
'Façade' deed er uiteindelijk niets mee.



Maar waar waren ze gebleven, die resten? 

De Jonge herinnerde zich dat ze een jaar of tien tevoren nog waren opgeknapt in de tuin van het huis 's-Hertogenbosch aan de Vlasmarkt in Middelburg. Volgens andere berichten waren ze daar later weer verdwenen. 

Waarmee het patroon van 'De Dolfijn' leek te zijn herhaald: decennialang zorgvuldig bewaren, gevolgd door - in dit geval spoorloze - verspreiding over de vier windstreken. Maar nee: René Biemans van monumentenvereniging Hendrick de Keyser verschafte desgevraagd helderheid: 'De gevelfragmenten van het pand "In de Steenrotse" worden door onze Vereniging nog altijd zorgvuldig bewaard. De fragmenten liggen opgeslagen in de garage achter Huis ’s-Hertogenbosch (Vlasmarkt 51), deze garage bevindt zich aan de Schuiffelstraat. De fragmenten zijn zorgvuldig schoongemaakt en worden bewaard in speciaal hiervoor gemaakte stellingkasten. Verleden jaar hebben wij zelfs een speciale bezichtiging van de fragmenten georganiseerd voor onze leden.' 

Kortom: het project van Ko de Jonge kán nog gerealiseerd worden. Zodat elke Middelburger en bezoeker van die stad de overblijfselen kan aanschouwen in een passende setting op een passende locatie.

Het ontwerp van De Jonge op een mogelijke locatie aan de Dwarskaai.

Een gruwelmoord en dito straf in Sluis, 1769

Onlangs schreef ik voor mijn PZC-rubriek ‘Sporen in de delta’ een aflevering over de opmerkelijke waterstaatkundig ingenieur (en veel meer) ...