Het infame jongenshuis ‘Welkom’ aan de
Weerdjesstraat in Arnhem was één van de vele instellingen binnen de Nederlandse
jeugdzorg waar grove wantoestanden heersten; slachtoffers konden de afgelopen
jaren gebruik maken van een compensatieregeling naar aanleiding van onderzoek door de Commissie De Winter. ‘Welkom’ is in 1973 ontmanteld, minstens een halve
eeuw te laat.
misstanden jeugdzorg * jaren zeventig * tegencultuur * kraakbeweging
‘Welkom’
komt ook aan de orde in mijn recente boek De vlucht naar boven. Tegenculturenin Nederland in de jaren zestig en zeventig, en wel in hoofdstuk 12: ‘Pincet
of nijptang? Hulp en zorg en de gerijpte subcultuur’ (pag. 212-232). De ‘barbarij
van Welkom’ wordt hierin beschreven op pag. 228-231 onder het kopje 'Welkom in Welkom', ook de titel van een manuscript waaraan ik heb gewerkt. Het e-boek daarvan is hier beschikbaar, de uitgave als paperback is hier te vinden.
Afgelopen zomer stuitte ik op enkele
krantenartikelen van een halve eeuw eerder, namelijk uit 1973. Allereerst vond
ik ‘Arnhemse hippies zitten goed. Nieuw leven in de cel’ in het Algemeen
Dagblad van 21 juli 1973; tien dagen eerder kwam Het Parool al met
een verhaal over hetzelfde onderwerp: ‘Oude gevangenis voor krakers ideaal
tehuis’.
‘Haast onvoorstelbaar’
Het artikel in AD meldt dat een
groep hippe Arnhemse jongeren als nieuwste tijdverdrijf vrijwillig achter de
tralies verblijft, door beslag te leggen op een ‘overjarige jeugdgevangenis, die
sinds enkele maanden leeg stond’. Ze zijn bezig om de ‘erbarmelijk kale
en donkere cellen’ om te toveren tot plezierige leefruimten. ‘Het is haast
onvoorstelbaar dat hier zo kortgeleden nog jeugdige boefjes als ratten in de
val zaten,’ schrijft de anonieme verslaggever met een effectrijk
timmermanspotlood.
De voorman van ‘het peloton beroepspandenkrakers’ is de
folksinger George Moningka (23), die met zo’n dertig medestanders in de
gebouwen is getrokken (36 volgens Het Parool). ‘Zwervend door de stad
had ik ontdekt dat deze gevangenis niet meer werd gebruikt. Het kon niet anders
of dit pand moest voor ons een soort paradijs op aarde zijn.’ De hoofdingang
werd ’s nachts geforceerd. Door het lawaai gewekte omwonenden alarmeerden echter
de politie en binnen tien minuten belandden de krakers weer op straat.
Tekst vervolgt onder afbeelding.
|
Berichtgeving in het AD, 1973. |
Vervolgens
nemen de krakers contact op met de eigenaar, de Christelijke vereeniging
‘Welkom’, en krijgen nota bene toestemming voorlopig in het pand te trekken. Een
koerswijziging van 180 graden van deze vereniging, die zolang een miserabel
instituut als ‘Welkom’ in stand heeft gehouden. Vermoedelijk gaat het om een
voorloper van het anti-kraakverschijnsel: krakers of officieuze huurders in je
pand toelaten om ergere schade te voorkomen.
‘De celmuren
zijn rijk beschreven en beklad met obscene woorden en schetsen,’ lezen we
verder. Dit lijkt de anti-kraakstelling te bevestigen, want voordien was dergelijke graffiti zeker niet toegestaan. Maar ‘sinds de krakers van Arnhem er hun
intrek hebben genomen gaan deze fantasieën verscholen achter bossen
hennepplantjes die weelderig bloeien. De kijkgaten in de deuren zijn met
gekleurd papier afgedekt en de kille cementen celvloeren zijn bedekt met fraaie
tiendehands kleedjes.’
Macrobiotische
dromen
De nieuwe
bewoners hebben grote plannen. Op de grauwe en grijze binnenplaats, het plein
waar in haveloos blauw gehulde jongens ontelbare keren een gedisciplineerde rij
hebben gevormd, willen de krakers een fontein bouwen. De voormalige luchtplaats achterin, ook gebruikt voor balspelen en dergelijke, is blijkens een foto in de krant
nog altijd omgeven door hoge, naar binnen wijkende prikkeldraadhekken die doen denken aan een concentratiekamp. Dit nare oord moet een theetuin worden. De jongeren gaan ook
winkeltjes en werkplaatsjes voor sieraden en kleding inrichten.
Anders dan in
veel kraakpanden zijn ook ongehuwde moeders met hun kinderen welkom in het
voormalige ‘Welkom’. Het eerdere Parool-artikel verschaft wat nadere
gegevens. Behalve sieraden, thee uit een eigen theetuin en kleding willen de
krakers macrobiotische producten en schilderijtjes aanbieden, en een
muziekstudio en een balletzaaltje inrichten.
‘Een smerig
pakhuis’
Twee maanden
vóór de krakers aan het eind van juni 1973 ‘Welkom’ kraken zaten er nog ‘jeugdige
delinquenten’ opgesloten. De sluiting was volgens Het Parool een gevolg van een geruchtmakend conflict tussen staf en bestuur in 1971, dat leidde tot Kamervragen en er uiteindelijk voor zorgde dat ‘de
jeugdgevangenis, door sommigen geschetst als een smerig pakhuis met piepkleine celletjes,
ongeschikt werd verklaard voor opvang van jonge delinquenten en werd ontruimd’.
Er is
natuurlijk weinig van de plannen van Moningka en zijn groep terechtgekomen. De
gebouwen van ‘Welkom’ zijn spoedig gesloopt, de hele omgeving gesaneerd en
opgekalefaterd. Ik vind het toch een bevrijdend idee dat het oude ‘Welkom’ voor
een tijdje werd overgenomen door juist het type ‘langharig werkschuw tuig’ – de
geuzennaam uit Hitweek – dat dit instituut zo drastisch en zo vergeefs
van de aardbodem had willen laten verdwijnen.
***
Misschien ook leuk:
De Nederlandse samenleving veranderde razendsnel aan het eind van de negentiende eeuw. Oude, vertrouwde waarden wankelden door een stroom aan nieuwe ideeën en levensstijlen. Alles moest anders: de inrichting van de maatschappij, de omgang met het lichaam en ook religie en spiritualiteit. Anarchisten, vegetariërs, theosofen, spiritisten, utopische kolonisten, feministen, strijders voor homorechten: de verschillende stemmen van linkse activisten tot ultrarechtse ‘trekvogels’ en reactionaire cultuurcritici vormden een verwarrend koor.
'Jan J.B. Kuipers belicht de versplintering van het levensbeschouwelijke landschap in een periode die werd gekenmerkt door vaak extreme opvattingen. Hij laat de lezer kennismaken met de vaak grillige vertegenwoordigers van een onversneden individualisme.'
Bij dit boek is een interessante PODCAST gemaakt, te downloaden via Podcast Hoog Tijd - Dwepers en dromers of in iTunes of Spotify (zoek op "Hoog Tijd")
'Kuipers heeft een boek geschreven waarin recht wordt gedaan aan al die idealistische strevers naar een betere wereld.'
Willem Huberts in Tijdschrift voor geschiedenis