Toespraak van Karel Leeftink namens Karel en de Boswachters resp. de Boswachters b.d., tijdens de uitvaartbijeenkomst van Ramon de Nennie in Kipvis, Vlissingen, 8 augustus 2024.
Halflege dorpshuiszaaltjes, schier verlaten festivalveldjes, een handjevol fluisterende, o zo amicale dames van middelbare leeftijd of erger – die als het even tegenzat, meezongen –, wat speelse, veel te luidruchtige kinderen met hun slobberige ouders, die het na een minuut of vijf wel voor gezien hielden, een toevallige passant, een stuk of wat toogzitters , dat was op een enkel verbijsterend succes na het lot van Karel en de Boswachters, de totaal ondergewaardeerde band van verdriet en ellende, van rampen en tegenspoed, die ondanks tomeloze geestdrift, niet te temmen ambities, literaire en muzikale kwaliteiten nooit het grote publiek wist te bereiken, nimmer de aandacht en belangstelling, bijval en bewondering, waardering en appreciatie kreeg, die-ie zo verdiende.
Wellicht waren het de hemeltergende en ijzingwekkende vocale kwaliteiten van de lead singer, die tot dit fiasco, deze zeperd en flop leidden, want aan het instrumentale kaliber, het muzikale gehalte van de overige bandleden kan het niet gelegen hebben. Bassist Jan, die ietwat onderkoeld, ingehouden, kalm en bedaard zijn instrument alles liet doen wat hij ervan verlangde, Frank, die met een niet te evenaren flair, vuur en zwier er uitbundig, ongetemd en bandeloos op los roffelde, trommelde, hamerde en sloeg, de later toegetreden achtergrondzangeres Heleen en natuurlijk Ramon, het hart van de band, die vrijwel elk instrument wist te bespelen dat hij in handen kreeg.
Kerstclip met Jan, Heleen, Frank. |
Maar naast zijn niet te missen bijdragen aan de repetities
in een regelmatig
wisselende ambiance en setting van de oefenruimtes – werd-ie als kunstenaar door een
cultuuronvriendelijke overheid niet van de ene naar de andere locatie verjaagd?
–, en optredens, was Ramon vooral ook de componist van de muziek van de meeste
door de Boswachters geschreven songs, een repertoire, een oeuvre, dat in de
recente Nederlandse muziekgeschiedenis zijn gelijke niet kent.
Je gaf Ramon drie woorden en hij maakte er wel een melodie bij, die niet alleen muziektechnisch knap in elkaar stak en al gauw voor herkenning zorgde en tot meeneuriën noopte, maar ook overeenkwam, rijmde, strookte, harmonieerde met de inhoud van het geschrevene. Dat-ie daarna soms toch wat knorrig, brommig, kregel en narrig de zijns inziens niet geheel juiste interpretatie ervan door de overige bandleden gispte en hekelde, was een kleine prijs, die zij graag betaalden.
Karel (foto HMD Dekker) |
Want juweeltjes als “Vergeten gaat vrij goed”, “Moederziel”, “Een kindergraf”, “Mannenpijn”, de mega-hit “Kerstmis in de bossen” en "Het is overal even erg" waren nooit zo geworden als Ramon de muziek niet bij de meeste geschreven zou hebben.
Het opus magnum echter van de band, om daarmee af te
ronden, was het door Ramon geschreven en op muziek gezette “Maak een feest van
het leven”, met het in het licht van deze bijeenkomst zo uitermate schrijnende en
schurende tweede zinsdeel ”het is maar zo kort….”
Ramon, wij weten niet in welk hiernamaals je bent en
of je dit alles meekrijgt, maar waar dan
ook, “Veel dank en het ga je goed, jongen!”
Ramon (foto HMD Dekker) |