Als je met Paul van Leeuwenkamp in een Utrechts etablissement zit, moet het gesprek wel uitkomen op halfvergeten schrijvers en obscure tijdschriften. Daar kende ik er ook nog wel eentje van: KREST (met hoofdletters). De vraagtekens hoopten zich zodanig op, dat het gesprek werd voortgezet per mail. Paul dook in de oceaan van Fandata en vond de nummers 1, 3 en 4, alle uit 1981. Het blad was geregistreerd in Fandata wegens verhalen van verder ‘niet voorkomende auteurs’, aldus Paul.
* Oorspronkelijk gepubliceerd in:
Fantastische Vertellingen 45(2024)70, 82-85. *
Volgens de bibliografieën was ik niet in het blad vertegenwoordigd. O jee, foutje, nalatigheidje! Mijn broer Gert en ik zijn wel degelijk vertegenwoordigd in KREST, en wel met het verhaal ‘’t Laatste uur op vrijdagmiddag’ in nr. 3, pag. 20-21: één pagina tekst aan de linkerzijde van de spread en, geheel tegen de Ongeschreven Regels in die toen nog golden, rechts een paginavullende illustratie van een onbekende, behoorlijk bekwame tekenaar.
KREST is een relatief enigma. Ik moet ergens over het blad hebben gelezen, anders had ik uiteraard geen verhaal ingestuurd. Maar waar? Holland SF? Of Fantastische Vertellingen, één van de adverteerders, met een wervingspagina voor de bundel Satanische Vertellingen?
Ik ben bang dat het inzake KREST bij één of misschien anderhalve jaargang is gebleven, er is praktisch geen informatie over deze titel op het web te vinden.
Het colofon van nr. 3 heldert een en ander op. KREST was gevestigd in Hilversum. Het blad werd gedrukt bij Leeuwenberg in Amsterdam en gedistribueerd door het destijds bekende Drukwerk, actief vanaf 1974 als (vooral) stripuitgeverij en ook adverteerder in KREST.
Het was een mooi tijdschrift in A4-formaat, met zwart-wit binnenwerk. Nr. 3 bevat vooral strips, aangevuld met enkele korte verhalen van maximaal 500-600 woorden door Eddie de Paepe, Wim van Steenveldt en mijn broer en ik. De beeldverhalen zijn van onder anderen Eric Heuvel, Martin Valkhoff en Peter Elzinga. Zo’n twintig medewerkers worden in het colofon van dit nummer vermeld. Peter Elzinga en Eddie (E.J.) de Paepe waren centrale figuren. Elzinga beheerde de advertenties, De Paepe de kas. Als centerfold waren acht uitknipbare ansichtkaarten in stevig karton opgenomen, die je ook los kon bestellen (8 voor fl. 4,--), evenals posters (fl. 3,--).
Ons verhaal in nr. 3 bezit een vage zweem van Kafka’s ‘De gedaanteverwisseling’, maar is ook gebaseerd op onze herinneringen aan een Zeeuws-Vlaamse dorpsschool. Verder is er sprake van een bekend SF-motief: realiteitsverandering, gepaard met de komst van verontrustende aliens.
De titel verwijst naar de ooit wijdverbreide gewoonte om de laatste lessen op vrijdagmiddag te wijden aan geschiedenis. Maar in plaats van de Slag bij Nieuwpoort (1600) wordt nu plots herdacht dat ‘de tweede draad versmolt, zodat de macht der lijnen een feit kon worden’. In 1789, het jaar van de Franse Revolutie, keert in de nieuwe realiteit de herder Twynim terug, om ons te bevrijden van de boze nimf Kettris. Onloochenbare feiten, beseft de aanvankelijk in verwarring gebrachte onderwijzer, terwijl buiten een enorm hemelschip landt en een wijk verplettert. Waarom is het hier trouwens zo ondraaglijk licht? ‘Maar toen begon de vertrouwde gelige mist op te walmen en alle vormen en kleuren vervaagden snel in de zo eigen, barmhartige schemering.’ En zo is het ook gesteld met KREST: een blad, omhuld door de nevels van het verleden waarin het snel verdween.
Tegenculturen in Nederland in de jaren zestig en zeventig
"Wat een tijden! Waarnaar je gaat terugverlangen door Kuipers' boek." | Mario Molegraaf in Zeeland