maandag 11 maart 2024

Een gruwelmoord en dito straf in Sluis, 1769

Onlangs schreef ik voor mijn PZC-rubriek ‘Sporen in de delta’ een aflevering over de opmerkelijke waterstaatkundig ingenieur (en veel meer) Pieter Wiltschut en zijn kanaal uit 1735-1738. Dit kanaal verkortte de Passageulelinie in West Zeeuws-Vlaanderen en moest de verzanding van deze linie tegengaan. ‘Bijvangst’ van het schrijven was de moord op zijn weduwe Johanna Maria Wiltschut-de Benoudt in Sluis. Zij werd in 1769 het slachtoffer van een brute roofmoord, begaan door een tuinmansknecht.

Johanna Maria was de derde en laatste echtgenote van Pieter Wiltschut (1778-1762) en ruim twintig jaar jonger dan hem. Van de Nederduits-Gereformeerde Gemeente Sluis kreeg Pieter ‘attestatie’ om met deze ‘jongedochter’ te Goes te hertrouwen. Kennelijk een goede move, want Johanna Maria ‘schittert in een van Wiltschuts gedichten als een zelfstandig denkende en charmante vrouw’ (Den Haan & Kouwen 2021). Pieter geeft in dit verjaarsdicht als haar geboortedatum 7 november van het eerste jaar van de achttiende eeuw. In de jaren 1740 hield Johanna Maria zich in Sluis bezig met wijnhandel.


Affectie


Over haar familie is vrijwel niets met zekerheid bekend. Haar in de Rechterlijke Archieven Zeeuws-Vlaanderen bewaarde lakafdrukken op het besloten testament tonen, aldus Den Haan & Kouwen, een familiewapen met een golvende dwarsbalk in het veld. Een door echtgenoot Pieter opgesteld ‘Capitaal boek’ (aantekenboek voor belangrijke zaken) vermeldt de naam van een grootvader Gillis de Benoudt. 

In dit boek, thuis in het schrijfmeubel bewaard, was ook een treffend blijk van affectie opgenomen. Op het eerste folium van de staat waarin Pieter goederen van waarde opsomt ter ondersteuning van de oude dag, is de naam van Johanna Maria vermeld met de heilwens ‘beatus tranquillitas’ – ‘zalige rust’, vermoedelijk een heilwens voor een rustige oude dag voor Johanna Maria.

Het moordwapen
(foto Henk Hendrikse) 

De moord


Maar kennelijk was de welstand die Johanna Maria als weduwe genoot voldoende om een kwade genius aan te trekken, in de persoon van haar uit de Oostenrijkse Nederlanden afkomstige hoveniersknecht en plaatsgenoot Francis de Groote. 

Haar lot werd beslecht op 5 april 1769. Francis de Groote sloeg Johanna Maria met een steen het hoofd in. Twee weken later werd hij in Vlaanderen aangehouden. Francis werd geradbraakt, en vervolgens sloeg de beul hem op 19 mei met dezelfde steen in twee klappen dood. Het was een zogenaamde ‘spiegelstraf’, waarbij de voltrekking van het vonnis aspecten van de misdaad herhaalt of spiegelt, zodat de misdadiger hetzelfde leed ondergaat dat hij zijn slachtoffer(s) heeft aangedaan.

Het moordwapen


De door de tuinknecht gebruikte ‘keisteen’ is in 2019 geïdentificeerd als middeleeuws restant van ballast uit een scheepsruim. Het object is nu te bewonderen in Museum Het Belfort in Sluis. Het bijbehorende bordje vermeldt – of vermeldde – echter een onjuistheid, aangezien het de tuinmansknecht identificeert als vrouw.

Tekst vervolgt onder afbeelding

(foto Henk Hendrikse)


De moordzaak en de moordenaar brachten in de negentiende eeuw ook de pen in beweging van één van Sluis' bekendste zonen: onderwijzer, heemkundige, archivaris en lexicograaf J.H. van Dale. In De Oude Tijd, jrg. 1870, pag. 181-185, schreef hij het artikel ‘Francis de Groote’.

Overige bronnen:


- S.W.M.A. den Haan & G.J. Kouwen, Briefroman van Pieter Wiltschut (1678-1762): leeseditie: (gesitueerd op Fort Lillo en in de stad Nijmegen 1730-1731). Zierikzee: Uitgeverij Scoude, 2021.

- Jan J.B. Kuipers, ‘Passageulelinie bleef een militair zorgenkindje’. Sporen in de delta, Provinciale Zeeuwse Courant 28 februari 2024.

- PZC 24 april 1997, ‘Misdaad is van alle tijden, maar galg en rad zijn afgeschaft’ en 7 oktober 2019 (ed. Zeeuws-Vlaanderen), ‘Ballastkei in belfort blijkt moordtuig’


***

Lees ook

De Staats-Spaanse Linies

Monumenten van conflict en cultuur

De latere zestiende eeuw is een tijd van oproer en oorlog, waarin ook de Staats-Spaanse Linies ontstaan. Dit complex van forten, schansen, linies en vestingstadjes telt zo’n 450 objecten in een gebied van 80 bij 40 kilometer aan weerszijden van de landsgrens tussen Knokke en Antwerpen. Scheppers zijn de Spaanse, de ‘Staatse’ en de Franse militaire apparaten gedurende de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) tot de Spaanse Successieoorlog (1701-1714) – latere aanpassingen niet meegerekend. Sommige elementen spelen nog een rol in de Tweede Wereldoorlog. De Staats-Spaanse Linies plaatst de Linies in de historische en krijgshistorische context.

Prijs € 39,99

ISBN 9789462499843

Uitvoering Hardback

Aantal pagina's 248

Publicatiedatum 09 - 06 - 2023

Afmetingen 23.8 x 28.8 x 2.3 cm

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

High van de Zeeuwse mist

Jeugd- en popcultuur in Zeeland, 1965-1975 Zaterdagmiddag 14 december presenteert schrijver Jan J.B. Kuipers in de Zeeuwse Bibliotheek in Mi...