Het
gezicht van de barman was danig geteisterd. Zijn gezicht was opgezwollen, beide
ogen waren omgeven door blauwe en gele kringen; het doorgaans opvallende effect
van zijn lichtblauwe ogen was compleet tenietgedaan. Hij schoof zijn
tijdschrift weg en liep als een oude man naar de tap.
‘Je
moest m’n rug eens zien,’ zei Willem. ‘En eigenlijk had jij er zo uit
moeten zien. Het is allemaal jouw schuld.’
Instinctmatig
draaide Siebe zich een kwartslag op zijn kruk, zodat zijn onbeschermde rug niet
meer naar de ingang van het café was gekeerd.
‘Hoezo,’
zei hij toonloos.
‘Ze
kwamen naar je vragen vanmiddag.’
‘Ze?’
‘Nou
ja, één vent. Boom van een kerel.’ Willem stak ter demonstratie zijn
rechterhand zo ver mogelijk boven zijn eigen hoofd, en liet hem meteen weer met
een van pijn vertrokken gezicht zakken.
‘Je
hebt toch niks gezegd? Je weet dat ik liever incognito blijf.’
Een fragment uit de jongste polderthriller rond de dorstige Groninger speurder Siebe Edens, in een nieuw avontuur dat zich wederom grotendeels in Zeeland afspeelt.
Siebe Edens, ‘particuliere recherche & inlichtingen’, ontmoet
in het Groninger Museum een Zeeuwse uitgever die kort daarop wordt vermoord. Bij zijn naspeuringen in opdracht van de vader van het
slachtoffer belandt Siebe in de naweeën van een oorlog tussen occulte
damesclubjes, waarin een levensgevaarlijke therapeute én zijn oude vriendin
Sophie Duvelaer zijn pad kruisen. Vóór hij de dader vindt moet Siebe een aantal
aanslagen op zijn persoon doorstaan en ziet een stoet personages aan zich
voorbijtrekken, ieder met geheel eigen obsessies en gedachtekronkels.
De Put is een
literaire polderthriller volgens het recept van de neo noir: natglimmende straten, nodeloos geweld, bizarre erotiek en
een piekerende antiheld. Schrijver Marcel Orie over Siebe Edens: ‘Een tragische Don
Quichote, een hedendaagse speurder uitgevoerd naar de middeleeuwse hoofse
cultuur. Leren jack en een saffie in de mondhoek geklemd. Harder gekookt dan
deze Groningse private eye vinden we
ze niet. Siebe leeft de blues. Leonard Cohen zei ooit dat hij zichzelf niet als
pessimist zag. Zijn verklaring: een pessimist is iemand die verwacht dat het
ieder moment gaat regenen, terwijl Cohen zich al helemaal doorweekt en verregend
voelde. Cohen had het evengoed over Siebe kunnen hebben.’
Een uitgave van Uitgeverij Liverse, www.liverse.nl
ISBN 978 90 76982 82 3, 250 pag., € 15,--
Mia Timiaan op www.timiaan.nl
'Een hilarisch en helaas ook nog eens herkenbaar verhaal. Zeeland Noir, zwart van hart, stinkend naar aangespoelde geheimen vanuit het meest hardnekkige slik.'
Paul van Leeuwenkamp in Holland SF 2012 nr. 2:
'De deprimerende, nihilistische toon van de neo noir als kern van de menselijke existentie, waarbij het niet uitmaakt of die mens bij Sirius, in het Elfenrijk of in Zeeland is, zelfs niet wanneer die mens een woordenafbijtende Groninger is. Behalve met wat humor compenseert Jan J.B. Kuipers deze toon vooral door zijn verhaal bijna voortdurend in beweging te houden.Vanuit deze complexe en ambitieuze compositie weet Kuipers de kern van het verhaal, misschien wel de kern van zijn schrijverschap, op de lezer af te vuren: de kracht van het woord. Deze kern komt tot uiting in de werkwijze van de hoofdpersoon Siebe Edens, die voor de zoveelste keer zijn zaak oplost door maar wat aan te rommelen en links en rechts wat woorden rond te strooien – suggesties, vermoedens, ongefundeerde beschuldigingen – waar men dan op reageert. Het woord is machtig, het woord is magisch…'
Geen opmerkingen:
Een reactie posten