Paul van Leeuwenkamps oratie bij de uitreiking, tijdens de Fantasticon-V, van de Bemoste Beeld-prijs 2024 aan Jan J.B. Kuipers
Beste mensen! De Bemoste Beeld-prijs!
Deze Prijs wordt nu al een aantal jaren uitgereikt en ook dit jaar is er iemand bekroond. U wilt natuurlijk allemaal weten wie dat is, maar vóór ik dat ga verklappen, ga ik eerst wat over de Prijs vertellen.
De website van de Stichting Fantastische Vertellingen vertelt ons: “De Bemoste Beeld-prijs werd rond 1990 ingesteld door de Stichting Fantastische Vertellingen. De prijs wordt sedertdien met onregelmatige tussenpozen toegekend aan oorspronkelijk Nederlandstalige auteurs of kunstenaars, die significant bijdroegen aan fantastische literatuur en kunst.”
Het niet-Bemoste Beeld (ontwerp Tais Teng). |
De Prijs zou dan ook geheel in vergetelheid zijn geraakt, ware het niet dat Remco in 2010/2011 weer uitgeversneigingen kreeg, ook geïnspireerd door zijn goede vriend Vincent van der Linden. Vincent was ernstig ziek en om deze voor de Nederlandstalige fantastische literatuur belangrijke schrijver en uitgever te eren, haalde Remco de Bemoste Beeld Prijs uit de kast, stofte deze af en reikte hem in augustus 2012 uit aan Vincent, die kort daarna, op 1 september overleed.
Daarna maakte Remco er een jaarlijkse prijs van, die hij op basis van zijn persoonlijke oordeel uitreikte.
In 2013 gaf hij hem, tot mijn grote verrassing, aan mij. Wellicht dacht hij dat ik ook nog maar kort te leven had. Vanaf dat moment mocht ik fungeren als klankbord, zonder de alleenheerschappij van Remco te doen wankelen.
In 2014 werd het Frank Roger, in 2015 Roelof Goudriaan, in 2016 Jaap Boekestein.
In 2017 wilde Remco de Prijs niet uitreiken. Op zich vond ik dat uitstekend, want jaarlijks zo’n Prijs geeft dwang, verplichting. Het gaf mij echter de gelegenheid de Prijs te kapen. Ik vond namelijk dat als iemand de Prijs verdiende, het Remco was.
Daarna maakte Remco er een jaarlijkse prijs van, die hij op basis van zijn persoonlijke oordeel uitreikte.
In 2013 gaf hij hem, tot mijn grote verrassing, aan mij. Wellicht dacht hij dat ik ook nog maar kort te leven had. Vanaf dat moment mocht ik fungeren als klankbord, zonder de alleenheerschappij van Remco te doen wankelen.
In 2014 werd het Frank Roger, in 2015 Roelof Goudriaan, in 2016 Jaap Boekestein.
In 2017 wilde Remco de Prijs niet uitreiken. Op zich vond ik dat uitstekend, want jaarlijks zo’n Prijs geeft dwang, verplichting. Het gaf mij echter de gelegenheid de Prijs te kapen. Ik vond namelijk dat als iemand de Prijs verdiende, het Remco was.
Maar ik kon mij de Prijs natuurlijk niet zomaar toe-eigenen; hij was van Remco, van de Stichting, niet van mij. En daarom vroeg ik de eerdere winnaars of ik hun toestemming had en of ze deze versie van de Prijs wilden ondersteunen. En dat wilden ze. Tais, Frank, Roelof, Jaap, ze gingen er volmondig mee akkoord. Tais maakte een prachtige oorkonde en bij de Terdoopbestelling van Ganymedes 17 wisten we Remco eindelijk tot een verlegen stilzwijgen te verrassen.
Daarna volgden Bauke Muntz in 2018, in 2019 was het Jeroen Kuypers, aka Max Moragie, Roel Thijsen, Graham Marquand en Peter Marx, Mike Jansen in 2021, Ingrid Heit in 2022 en Jos Lexmond in 2023.
In deze periode ontwikkelde de Bemoste Beeld Prijs zich tot een Prijs met meer fundament, want Remco veranderde zijn rol van absolute alleenheerser tot voorzitter van een comité dat wordt gevormd door de eerdere winnaars, die kandidaten voordragen en mogen stemmen wie de nieuwe winnaar wordt.
Wanneer je de namen van de gelauwerden overziet, is duidelijk dat de Prijs is wat hij vanaf de eerste échte toekenning aan Vincent van der Linden in 2013 is geworden: een Lifetime Achievement Award, een erkenning, een bekroning van wat iemand gedurende zijn leven heeft bijgedragen aan iets, in ons geval de fantastische literatuur en kunst. Het mooie van zo’n Lifetime Achievement Award is dat je hem al kunt krijgen wanneer je leven nog lang niet voorbij is, zodat de gelauwerde er ook zelf van kan genieten.
De Bemoste Beeld Prijs is bij mijn weten de enige Lifetime Achievement Award voor de fantastische genres in het Nederlandse taalgebied. In 2018 werd een soortgelijke prijs uitgereikt, die de 'persoonlijkheidsprijs Annemarie van Ewyck' werd genoemd en die werd uitgereikt aan Kees van Toorn. Maar bij die ene keer is het gebleven. Ik waardeer de hulde aan Annemarie en Kees, twee mensen die waardering vanuit het genre ruim verdienen, maar voor mij illustreert die persoonlijkheidsprijs toch vooral het gebrek aan saamhorigheid en samenwerking in de fantastische genres; in plaats van de schouders te zetten onder iets wat al bestaat, de Bemoste Beeld Prijs bijvoorbeeld, zetten we er iets naast, dat dan weer een snelle dood sterft. En zo modderen we voort. Maar dus niet bij de Bemoste Beeld Prijs, die juist is gegroeid, meer inhoud, meer fundament heeft gekregen.
Ik geloof dat het Johan Klein Haneveld was die vorig jaar de Bemoste Beeld Prijs een Prijs voor enthousiasme noemde. En ook dat vind ik een mooie en terechte aanduiding van de Prijs, waarbij ik dan wel moet aangeven dat voor mij enthousiasme niet alleen gekenmerkt wordt door levendig en uitgelaten gedrag. Iedereen is anders en toont enthousiasme op zijn eigen wijze. Wanneer je decennialang bijdraagt aan het fantastische genre, het ondersteunt en uitdraagt, dan vind ik dat een vorm van enthousiasme.
Oké, geachte toehoorders, ik zie het ongeduld in uw ogen. En daarom zal ik de volgende vijf pagina’s van deze redevoering achterwegen laten en overgaan naar de bekendmaking van winnaar van dit jaar.
De Bemoste Beeld Prijs 2024 is toegekend aan:
(tromgeroffel, paukeslagen)
Jan J.B. Kuipers
(applaus, gejoel, mensen springen op de tafels)
Ik zie nu bij velen paniek in de ogen. Ik zie u denken: zo’n uitreiking moet natuurlijk onderbouwd worden, er moet worden ingegaan op het oeuvre van de gelauwerde, en wanner het Jan J.B. Kuipers betreft, dan ben je daar al gauw een paar uur mee bezig. Daar gaat mijn lunch!
Daarna volgden Bauke Muntz in 2018, in 2019 was het Jeroen Kuypers, aka Max Moragie, Roel Thijsen, Graham Marquand en Peter Marx, Mike Jansen in 2021, Ingrid Heit in 2022 en Jos Lexmond in 2023.
KKA voor Gert & Jan Kuipers (ontwerp Karel Thole). |
Wanneer je de namen van de gelauwerden overziet, is duidelijk dat de Prijs is wat hij vanaf de eerste échte toekenning aan Vincent van der Linden in 2013 is geworden: een Lifetime Achievement Award, een erkenning, een bekroning van wat iemand gedurende zijn leven heeft bijgedragen aan iets, in ons geval de fantastische literatuur en kunst. Het mooie van zo’n Lifetime Achievement Award is dat je hem al kunt krijgen wanneer je leven nog lang niet voorbij is, zodat de gelauwerde er ook zelf van kan genieten.
De Bemoste Beeld Prijs is bij mijn weten de enige Lifetime Achievement Award voor de fantastische genres in het Nederlandse taalgebied. In 2018 werd een soortgelijke prijs uitgereikt, die de 'persoonlijkheidsprijs Annemarie van Ewyck' werd genoemd en die werd uitgereikt aan Kees van Toorn. Maar bij die ene keer is het gebleven. Ik waardeer de hulde aan Annemarie en Kees, twee mensen die waardering vanuit het genre ruim verdienen, maar voor mij illustreert die persoonlijkheidsprijs toch vooral het gebrek aan saamhorigheid en samenwerking in de fantastische genres; in plaats van de schouders te zetten onder iets wat al bestaat, de Bemoste Beeld Prijs bijvoorbeeld, zetten we er iets naast, dat dan weer een snelle dood sterft. En zo modderen we voort. Maar dus niet bij de Bemoste Beeld Prijs, die juist is gegroeid, meer inhoud, meer fundament heeft gekregen.
Ik geloof dat het Johan Klein Haneveld was die vorig jaar de Bemoste Beeld Prijs een Prijs voor enthousiasme noemde. En ook dat vind ik een mooie en terechte aanduiding van de Prijs, waarbij ik dan wel moet aangeven dat voor mij enthousiasme niet alleen gekenmerkt wordt door levendig en uitgelaten gedrag. Iedereen is anders en toont enthousiasme op zijn eigen wijze. Wanneer je decennialang bijdraagt aan het fantastische genre, het ondersteunt en uitdraagt, dan vind ik dat een vorm van enthousiasme.
Oké, geachte toehoorders, ik zie het ongeduld in uw ogen. En daarom zal ik de volgende vijf pagina’s van deze redevoering achterwegen laten en overgaan naar de bekendmaking van winnaar van dit jaar.
De Bemoste Beeld Prijs 2024 is toegekend aan:
(tromgeroffel, paukeslagen)
Jan J.B. Kuipers
(applaus, gejoel, mensen springen op de tafels)
Ik zie nu bij velen paniek in de ogen. Ik zie u denken: zo’n uitreiking moet natuurlijk onderbouwd worden, er moet worden ingegaan op het oeuvre van de gelauwerde, en wanner het Jan J.B. Kuipers betreft, dan ben je daar al gauw een paar uur mee bezig. Daar gaat mijn lunch!
Tekst vervolgt onder afbeelding.
V.l.n.r. Jan Kuipers, Paul van Leeuwenkamp, Tais Teng (foto Heleen Dekker). |
Laat ik u geruststellen, dat ga ik niet doen. In 2023 verscheen op Fantasize in 3 delen het zeer uitgebreide interview van Isabelle Plomteux met Jan, waarin alle aspecten van zijn schrijverschap aan bod komen. Wat kan ik daar nog aan toevoegen?
Daarom zal ik mij beperken tot enkele grote lijnen.
Jan betrad het fantastische strijdtoneel samen met zijn broer Gert, met wie hij in 1983 ook de King Kong Award won. Gert ging andere dingen doen, maar Jan is sindsdien niet meer van het toneel verdwenen. Altijd in de top 10, meerdere keren de winnaar. En ook nu, meer dan veertig jaren later, is hij nog altijd overal aanwezig; in de Edge Zero-bloemlezingen met beste Nederlandstalige fantastische verhalen, in de laatste HSF, in Wonderwaan, in Ganymedes. Want daar ligt wel het accent, bij de verhalen, al verschenen ook romans zoals Kleine Leviathan (2009), Het spel om de Regendanser (2007) en Tigonius (2020), waarvan de laatste twee weer met zijn broer Gert.
Laat ik het eerst even over Gert hebben, die op 4 maart 2022 overleed, want deze Prijs is ook een beetje voor hem. Het was Gert die Jan aan de sciencefiction bracht, en die ideeën en teksten aandroeg voor een aantal verhalen. Maar Gert was wat ongedurig en het was volgens mij altijd Jan die de laatste hand aan een werk legde, die het resultaat maakte tot fictie van hoge kwaliteit.
Terug naar Jan, die nu al meer dan 40 jaar met kwalitatief hoogstaande fictie in de Nederlandstalige fantastische literatuur aanwezig is. Dat is op zich al een uiting van enthousiasme voor het genre.
Ontwerp Tais Teng. |
Welk genre schrijft Jan eigenlijk?
De flaptekst van Jans Kleine Leviathan uit 2009 noemt zijn werk 'meta-realisme', een 'stroming binnen de historische literaire fictie', vertegenwoordigd door schrijvers als Borges, Márquez, Lafferty, en in het Nederlandse taalgebied Louis Ferron en Willem Brakman.
Zelf blijf ik wat dichter bij ons fantastische huis. Voor mij heeft Jan de sciencefiction van Lafferty samengevoegd met de fantasy van Mervyn Peake tot een soort fictie dat ik voor mezelf wel eens aanduidt als ‘mythische fantasy’.
Alleen zijn verhalen op zich geven al genoeg reden om hem met de Prijs te bekronen, maar er is meer. Op de eerste plaats dat hij in literair opzicht nog een heleboel andere dingen doet, heeft gedaan. Hij publiceerde heel veel non-fictie; vooral historische en archeologische werken, veel over Zeeland. Maar ook jeugdliteratuur, thrillers, poëzie. Jan was in 2005 en 2006 stadsdichter van Middelburg, werd in 2005 bekroond met de Zeeuwse Boekenprijs, schreef tweemaal het Zeeuwse Boekenweekgeschenk, deed de stadswandelingen ‘Mysterieus Middelburg’, en ook dit jaar doet hij een ‘Sinistere wandeling’ door die stad, aanstaande donderdag vooralsnog de laatste. Al deze activiteiten geven in mijn ogen de mythische fantasy van Jan een extra accent, omdat ze laten zien dat het niet zomaar een kunstje is van een eenzijdige auteur. Ik noem dat de ‘impliciete propaganda voor de fantastische genres’, omdat lezers van zijn andere werk of toehoorders bij zijn rondleidingen en voordrachten zullen denken, hé die Kuipers doet dus ook nog iets aan sciencefiction of fantasy, dan zal ook dat wel de moeite waard zijn.
En behalve die impliciete propaganda maakt Jan ook nog een heleboel expliciete propaganda, met name in zijn rol als redacteur van Ballustrada, een van de mooiste literaire tijdschriften in het Nederlandse taalgebied. In dit tijdschrift verschenen en verschijnen niet alleen artikelen over sciencefiction en fantasy, en over de beoefenaars van deze genres, maar ook verhalen van auteurs als Frank Roger, Reinder Veelinx, Guido Eekhaut, Jan Roosen.
Wel, ik denk dat er genoeg geluld is en dat er geproost en geklonken moet gaan worden. Ik wil Jos dan ook vragen de trofee over te dragen aan zijn opvolger, en Thijs om de prachtige, door hem gemaakte oorkonde uit te reiken.
Jos?
Thijs?
Gedachten bij de uitreiking van de Bemoste Beeld Prijs 2024
Toen ik mijn redevoering voor de Bemoste Beeld Prijs 2024 aan het schrijven was, kwam ik op een punt waarop ik mij afvroeg wat voor soort fictie Jan schrijft, en of die soort fictie eigenlijk wel in aanmerking kwam om met deze Prijs te bekronen. Een vraag die moeilijker te beantwoorden bleek dan je zou verwachten en die ik daarom bij het uitspreken van mijn rede maar buiten beschouwing heb gelaten, maar die ik hier toch aan het grote publiek wil prijsgeven.
De site van de Stichting Fantastische Vertellingen vertelt ons dat de Prijs is bedoeld voor hen die significant bijdroegen aan fantastische literatuur en kunst.
Ik laat de kunst buiten beschouwing, omdat ik daar nog minder van af weet dan van fantastische literatuur. Maar ook wanneer je er niet zoveel van af weet, kun je de aanduiding 'fantastische literatuur' een invulling geven. Je pakt het woordenboek er bij en begint dan gewoon vooraan met het begrip 'fantastisch'.
Fantastisch betekent op de eerste plaats iets in de richting van ‘geweldig, uitstekend, buitengewoon goed’. Dan zou de Bemoste Beeld Prijs bedoeld zijn voor literatuur als de historische romans van Arthur Japin, of De avonden van Gerard Reve, De donkere kamer van Damokles van W.F. Hermans, De Kapellekensbaan van Louis Paul Boon; literatuur die van een hoge kwaliteit is. Maar dat lijkt mij niet wat de Stichting voor ogen heeft. Het lijkt mij dat de Stichting het begrip 'fantastisch' in de tweede betekenis hanteert, die van ‘verzonnen, denkbeeldig, fictief’. De Bemoste Beeld Prijs is dus niet bedoeld voor literatuur van een bepaalde hoogstaande kwaliteit, maar voor een bepaalde soort van literatuur.
Deze invulling sluit aan bij het werk van Jan J.B. Kuipers, waarvan we op basis van de flaptekst van Kleine Leviathan zagen dat het behoort tot het ‘meta-realisme’, een 'stroming binnen de historische literaire fictie', vertegenwoordigd door schrijvers als Borges, Márquez, Lafferty, en in het Nederlandse taalgebied Louis Ferron en Willem Brakman.
Een soort van literatuur die mij lijkt te vallen binnen de soort literatuur die de Stichting wil bekronen. Ofwel: de bekroning van Jan J.B. Kuipers is volkomen terecht.
En toch is het niet zo eenvoudig!
Iemand die zeer deskundig is – die er academisch in afstudeerde en die ook uitgever, schrijver en leraar werd, ofwel: Jürgen Snoeren – verzekerde me onlangs dat literatuur iets heel anders is dan sciencefiction of fantasy. Dat zouden appels en peren zijn, die je wetenschappelijk gezien niet mag vergelijken. Dat dwong me tot de vraag: wat bekronen we nu eigenlijk met de Bemoste Beeld Prijs, de appels of de peren?
Volgens het statement van de Stichting zouden het de appels zijn, de literatuur. Want hoe je ook kronkelt, het begrip fantastische literatuur moet je toch beschouwen als een subset van het begrip literatuur. Of als ik het op grond van de informatie die Jürgen mij stuurde (dank!) wetenschappelijker probeer te benaderen en literatuur niet als een begrip benader maar als een veld ('Voorbij het veld: beperkingen en mogelijkheden van de veldtheorie voor de Nederlandse letterkunde', Gaston Franssen, Tijdschrift voor Nederlandse taal- en letterkunde 138.2, 2022) en fantastische literatuur als een subveld van literatuur beschouw, zoals Franssen de poëzie als een subveld behandelde, blijft het nog altijd literatuur; de Golden Delicious onder de appels.
Maar!
Wanneer ik de lijst van winnaars doorneem, kom ik tot de conclusie dat de Bemoste Beeld Prijs geen bijdrage aan de literatuur bekroont, maar een bijdrage aan de sciencefiction, fantasy of horror. Het werk van winnaars als Tais Teng, Jaap Boekestein of Jos Lexmond maakt dat toch wel duidelijk.
Ik werd er dus mee geconfronteerd dat de site van de Stichting aangeeft de appels te willen bekronen, maar dat de Prijs feitelijk aan de peren, de sciencefiction en fantasy, wordt uitgereikt. En dat plaatste mij voor een dilemma.
Wel, ik denk dat er genoeg geluld is en dat er geproost en geklonken moet gaan worden. Ik wil Jos dan ook vragen de trofee over te dragen aan zijn opvolger, en Thijs om de prachtige, door hem gemaakte oorkonde uit te reiken.
Jos?
Thijs?
Gedachten bij de uitreiking van de Bemoste Beeld Prijs 2024
Toen ik mijn redevoering voor de Bemoste Beeld Prijs 2024 aan het schrijven was, kwam ik op een punt waarop ik mij afvroeg wat voor soort fictie Jan schrijft, en of die soort fictie eigenlijk wel in aanmerking kwam om met deze Prijs te bekronen. Een vraag die moeilijker te beantwoorden bleek dan je zou verwachten en die ik daarom bij het uitspreken van mijn rede maar buiten beschouwing heb gelaten, maar die ik hier toch aan het grote publiek wil prijsgeven.
De site van de Stichting Fantastische Vertellingen vertelt ons dat de Prijs is bedoeld voor hen die significant bijdroegen aan fantastische literatuur en kunst.
Ik laat de kunst buiten beschouwing, omdat ik daar nog minder van af weet dan van fantastische literatuur. Maar ook wanneer je er niet zoveel van af weet, kun je de aanduiding 'fantastische literatuur' een invulling geven. Je pakt het woordenboek er bij en begint dan gewoon vooraan met het begrip 'fantastisch'.
Omslagontwerp Gert P. Kuipers. |
Deze invulling sluit aan bij het werk van Jan J.B. Kuipers, waarvan we op basis van de flaptekst van Kleine Leviathan zagen dat het behoort tot het ‘meta-realisme’, een 'stroming binnen de historische literaire fictie', vertegenwoordigd door schrijvers als Borges, Márquez, Lafferty, en in het Nederlandse taalgebied Louis Ferron en Willem Brakman.
Een soort van literatuur die mij lijkt te vallen binnen de soort literatuur die de Stichting wil bekronen. Ofwel: de bekroning van Jan J.B. Kuipers is volkomen terecht.
En toch is het niet zo eenvoudig!
Iemand die zeer deskundig is – die er academisch in afstudeerde en die ook uitgever, schrijver en leraar werd, ofwel: Jürgen Snoeren – verzekerde me onlangs dat literatuur iets heel anders is dan sciencefiction of fantasy. Dat zouden appels en peren zijn, die je wetenschappelijk gezien niet mag vergelijken. Dat dwong me tot de vraag: wat bekronen we nu eigenlijk met de Bemoste Beeld Prijs, de appels of de peren?
Bannenfluister, hemelglas (Babel SF, 1995). |
Maar!
Wanneer ik de lijst van winnaars doorneem, kom ik tot de conclusie dat de Bemoste Beeld Prijs geen bijdrage aan de literatuur bekroont, maar een bijdrage aan de sciencefiction, fantasy of horror. Het werk van winnaars als Tais Teng, Jaap Boekestein of Jos Lexmond maakt dat toch wel duidelijk.
Ik werd er dus mee geconfronteerd dat de site van de Stichting aangeeft de appels te willen bekronen, maar dat de Prijs feitelijk aan de peren, de sciencefiction en fantasy, wordt uitgereikt. En dat plaatste mij voor een dilemma.
Moest ik tot ieders verrassing gaan mededelen dat Jan de prijs toch niet kreeg, omdat zijn werk literatuur is? Of moest ik vele voorheen bekroonde auteurs manen hun prijs in te leveren, omdat hun werk geen literatuur is en ze de Prijs ten onrechte hebben gekregen?
Wel, ik heb besloten mij van de domme te houden en in mijn toespraak niet in te gaan op deze problematiek. Voor alle zekerheid heb ik het werk van Jan zowel ‘meta-realisme’ (= literatuur) als ‘mythische fantasy’ (= fantasy) genoemd, maar ik realiseer mij dat ik daarmee de geleerden niet zal kunnen misleiden.
***
Misschien ook leuk:
Tegenculturen in Nederland in de jaren zestig en zeventig
"Wat een tijden! Waarnaar je gaat terugverlangen door Kuipers' boek." | Mario Molegraaf in Zeeland
Geen opmerkingen:
Een reactie posten