Ik was alles van Ef Leonard kwijt – bijna alles. Op een genreplank, achter een stapeltje plat neergelegde boeken (geen plaats meer, geen plaats!) vond ik nog een exemplaar terug van Het koninkrijk der kikkeren is nabij, tussen Het kongres van Stanislaw Lem en De weg naar Middelsing van Vincent van der Linden (oorspronkelijke uitgave). Alles netjes op alfabet, tegen de chaos. Die drie titels – ze rieken anno 2014 naar antiquariaat. Het koninkrijk der kikkeren is nabij verscheen in 1971 in de afdeling ‘Bruna SF en Fantasy’ van de Zwarte Beertjes-reeks. ‘Een jonge Nederlandse auteur,’ meldt de achterflap. Ef Leonard, pseudoniem van Frans Hummelman, was toen, in ‘71, toch al 47 jaar oud.
door Jan J.B. Kuipers
[eerder in: Fantastische
Vertellingen 35/14(2014)nr. 32, 57-61.]
Eigenlijk was ik nog
steeds alles van Ef Leonard kwijt, want geen enkel verhaal in de bundel riep
bij het doorbladeren meteen herkenning op. Maar nu hebben we de Weivretni-dvd
in de Rare Praatjes-reeks van de Stichting Fantastische Vertellingen*: twee
schijfjes (het tweede bevat extra’s en trailers van de voorgaande edities) en
een informatieve folder in full colour. Ef Leonard zelf is intussen overleden, zie de aan hem gewijde
bijdrage van Remco Meisner in de vorige editie van Fantastische Vertellingen.
Ja, Ef Leonard is dood –
en hij is terug. Want daar zie ik in de inhoudsopgave van Het koninkrijk der
kikkeren is nabij de verhaaltitel ‘De groene pil’. Die herinner ik me
secundair, dankzij Remco’s hierboven genoemde artikel (‘De kikkerkoning slikte
zijn groene pil’) en uiteraard het dvd-interview van Jeroen Kuypers met de
bejaarde auteur, die ten tijde van het gesprek al bijna negentig was. Een
kleine, schriele man, traag in zijn mimiek en manier van praten, maar nog alert
genoeg. Zijn ogen staren de interviewer – en nu en dan de camera – oplettend
aan, om zijn mond ligt vrijwel voortdurend een vaag, wat cynisch lachje.
Straffe roker, shag onder handbereik. Een fiks Rotterdams accent. Dat doet wel
plezierig aan; het is voor mij het teken van een vrije, zelfbewuste mentaliteit.
Hoewel Leonard verder niet aan het cliché van de Rotterdammer met de eeuwig
grote muil voldoet. Hij lijkt meer op mijn talrijke Vlaardingse ooms, allen van
zijn leeftijd of nog iets ouder en intussen ook vrijwel allemaal dood. Zij
hadden óók dat accent, rookten eveneens als schoorstenen en paarden net als
Leonard een zekere bedachtzaamheid aan een weinig gezagsgetrouwe mentaliteit en
grote politieke interesse.
Vroeger bezat ik ook die
andere oude titels van Ef Leonard: Op lemen voeten en In, spin, opnieuw
gaat de bocht in. Uit Op lemen voeten herinner ik me – maar hoe
onbetrouwbaar is de herinnering, en zeker aan teksten die je ooit hebt gelezen
– hoe het hoofdpersonage verkracht wordt door twee Noord-Afrikaanse mannen, en
tenslotte wat geld krijgt om eten te kopen. Het kwaad van de macht over
anderen, met toch een glimpje medemenselijkheid.
Waar die boeken gebleven
zijn weet ik niet. Nooit gooide ik vroeger een boek weg, maar ik ben vaak
verhuisd. Kwijtgeraakt? Misschien beschikten sommige gasten in mijn woningen
over lange vingers, hoewel ik iedereen terdege in de gaten houd – en kijk, dan
zitten we al in de licht paranoïde, vervreemdende atmosfeer van Leonards korte
verhalen ‘uit het grensgebied tussen nachtmerrie en werkelijkheid’, aldus
opnieuw de achterflap van Het koninkrijk der kikkeren is nabij.
In verschillende edities
van Ganymedes onder de Bruna-vlag kan ik tegelijk met Ef Leonard een
verhaal hebben gehad – ik heb aan die reeks meegedaan sinds aflevering 4
(1979), aanvankelijk in samenwerking met mijn broer Gert. Maar controleren is
wat moeilijk op dit moment. Het vereist manuele arbeid. Ook mijn Ganymedes-jaarboeken
worden deels aan het oog onttrokken door ervoor geplaatste beeldjes en
trofeeën, en dienen ook nog als console voor weer andere, platgelegde boeken.
Ontmoet heb ik Ef Leonard
al die tijd ook al nooit. Maar in 2003 was er toch enig contact. Leonard
stuurde zijn verhaal ‘Haamstede revisited’ naar Ballustrada, in de
redactie waarvan ik zit. Zijn auteursblurbje (het verhaal verscheen als
opening in nummer 2 van die jaargang) kwam tot stand met medewerking van
hemzelf en luidde:
‘Ef Leonard liep eind jaren zestig al tegen de vijftig, toen
van zijn hand twee bundels SF- en Fantasyverhalen verschenen bij Bruna. Met één
van de verhalen won hij een door NOS en BRT uitgeschreven verhalenwedstrijd. In
1975 publiceerde De Standaard zijn roman Op
lemen voeten, in 1992 De Beuk de gedichtenbundel Haar hand verlicht de angst en in 2000 Servo de verhalenbundel Doden hebben geen verdriet. Momenteel is
Leonard bezig met zijn memoires als Engelandvaarder en Irenesoldaat.’
De meeste van de hier
genoemde zaken komen ook aan bod in de (of is het ‘het’?) Weivretni van
Jeroen Kuypers. Kuypers interviewde
Ef Leonard als middelbare-scholier al eens in 1979 voor Fantastische
Vertellingen. Ruim vijfendertig jaar later zegt de door chronische pijnen
gekwelde auteur dat het schrijven hem in leven houdt. Ondanks een writer’s
block van enkele decennia. Sindsdien had hij, oud-redacteur van onder
andere de bekende jeugdbladen Okki en Taptoe, wél weer de straatkrant Zelfkrant
gesticht, en zat hij als hoogbejaarde vol plannen voor nieuwe boeken. Nieuw
voor mij is, dat Leonards linkse activisme in talloze comités (waarover hij ook
weer vol ironie kon berichten) naar eigen zeggen zijn schrijfaspiraties
levenslang in de weg hebben gestaan. Jeroen Kuypers moet het allemaal een
beetje uit hem trekken, maar slaagt daar goed in: gezellig en gemoedelijk
koutend, goed op de hoogte van het werk van Ef Leonard en de literair-historische
context ervan. Kent u bijvoorbeeld de naam Erik Lankaster nog? Kuypers wel.
Nostalgisch bij-effect: het ouderwetse, vastberaden
onmodieuze interieur van Ef Leonard, de bijna ontroerende thermostaat uit de
dagen van olim. Ik zou me hier onmiddellijk op mijn gemak voelen.
Bij het bekijken van de dvd bespeur ik allerlei andere
overeenkomsten. De eeuwige schimmenstrijd met het gezag bijvoorbeeld: ‘de
bazen’, zegt Leonard arbeideristisch. Ook ik heb een paar jaar voor de
Malmbergbladen Okki, Taptoe en de winterboeken gewerkt – maar dan
als freelancer. En ook ik had die vroege politieke interesse, die echter na een
aantal jaren is doodgelopen. Hoofdzakelijk wegens de zere plek waarop Ef
Leonard in het interview de vinger legt: het menselijke, al te menselijke van
de activisten. Ze waren en zijn geen haar beter dan de lieden die ze bestrijden.
Ik koos als late en dus verwende babyboomer uiteindelijk voor de geneugten van
de subcultuur, terwijl het crisiskind Ef Leonard plichtsgetrouw voortmodderde
in zijn comités. Een andere, hier meer ter zake doende overeenkomst: de
voorliefde voor een niet vast te pinnen gebied aan de rand van ‘het genre’.
Hoe
moeten we anno 2014 dat vervreemdende werk van Ef Leonard benoemen: als new
weird, slipstream of gewoon als dat goeie ouwe magisch-realisme?
Het zien van overeenkomsten wekt tegelijk het besef van de
grote verschillen, en van de uiteindelijke onkenbaarheid van persoonlijke
drijfveren. Aangespoord door Jeroen Kuypers vertelt Ef Leonard er voor zijn
gereserveerde doen op los, maar de diepe achtergronden van zijn werk blijven
mysterieus. Het is een cliché: we passeren elkaar hooguit in dit leven, éénmaal
of tienduizend keer, en het enige wat we kunnen doen is elkaar iets toeroepen
en een hand opsteken. Wie kent ooit andermans binnenkant, wie weet exact wat
hemzelf beweegt? Het is de notie van de raadselachtige ‘grond’ van alles die
vooral doorsijpelt in de fantastiek van Ef Leonard. De lezer herkent in zijn
werk het ‘onherkenbare’ van de meest vertrouwde dingen. Dat is een magnetisch
effect van dit type literatuur – de ontvankelijke lezer wordt er steeds opnieuw
door aangetrokken. Kuypers’ Weivretni is een mooie wegwijzer naar Ef
Leonards versie van dat nevelachtige verschiet.
Ef Leonard is misschien een tijdje kwijt geweest. Nu is hij
terug.
*Weivretni Ef Leonard (Frans Hummelman); door Jeroen Kuypers; Rare Praatjes-reeks deel 4; juli 2014; DUBBEL-DVD; 16:9; ondertiteling Nederlands, Engels en Britaki; Nederlands gesproken; dolby geluid; ca. 65min.; extra’s; uitg. Stichting Fantastische Vertellingen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten