De scène hoort eigenlijk thuis in een bloedstollende tv-film: ruiters achtervolgen elkaar te paard in de nacht, degen in de vuist. De dramatische ontknoping vindt plaats bij een boerenhuis. In een flashforward stuiven de onverzoenlijke mannen eeuwen later als geesten op schimmels voorbij.
De
historie gaat terug op een twist in het Thoolse regentengeslacht Van Vrijberghe.
Ze kwamen uit Reimerswaal en bekleedden van ongeveer 1575 tot in de achttiende
eeuw belangrijke functies op Tholen. Ze leerden ook de prijs van de macht
kennen. In 1672 bevond de familie zich in zwaar weer: gedoe met de nieuwe
stadhouder Willem III, onderlinge onenigheid, problemen met de bevolking.
In dit
jaar verscheen zelfs een dreigende troep voor de stadspoorten: Tholen zou
verraden zijn aan de Fransen (we waren in oorlog met hen) en de gewapende troep
wilde nu de hoven en woningen van de ‘heeren regenten’ in brand steken. Burgemeester
Johan L. van Vrijberghe begaf zich eveneens in 1672 op glad ijs met een besluit
om stedelijke belastingschulden voor te laten schieten door de regenten.
Schotschrift
De familieverhoudingen bereikten het kookpunt. Een schotschrift
uit de zomer van 1673 beschrijft hoe burgemeester Johan en zijn broer Levinus met
nog iemand hun neef, de stadspensionaris Jan van Vrijberghe, woest
achtervolgden. Johan had in de consternatie zijn hoed verloren en zwaaide
onrustbarend met zijn degen. De arme pensionaris vluchtte met paard en al zijn
hoeve Karnemelkspot ten noorden van de stad binnen. Johan bracht zijn eigen paard
tot staan, eiste binnengelaten te worden, sloeg de ruiten in en dreigde Jan te
vermoorden. Gelukkig werd de zaak na een korte schermutseling gesust.
Volksverbeelding
Johan bleef levenslang de gênante feiten ontkennen, maar de
volksverbeelding ging natuurlijk met de geschiedenis aan de haal. In het Zeeuwsch Sagenboek uit 1933 gaat het om
broers ‘in voortdurenden twist’, die elkaar elke avond op hun schimmels
achtervolgen en ‘dan bevechten zij
elkaar’ en blijven dat doen, ‘net zoo lang tot de een den ander overwint.’
Oude toren
Het
‘mythische’ karakter van de omgeving heeft misschien ook aan deze sage
bijgedragen. Immers: op de nabije Torenhoeve stond tot 1775/76 nog een toren
die aan een oude, ridderlijke status herinnerde.
En van de Torenhoeve naar het
huis Hoogkamer, fluisterde men, liep een onderaardse gang van 700 meter lang. Rond
1925 zijn in de omgeving twee skeletten gevonden: de spookbroers, eindelijk tot
rust gekomen?
De Torenhoeve op de Hattingakaart van Tholen enz.,
opgenomen 1743-1744.
Bron: Jan J.B. Kuipers, 'Broedertwist en degengekletter', Provinciale Zeeuwse Courant 9 mei 2019, rubriek Sporen in de delta.
***
Lees ook: De Hanze. Kooplui, koningen, steden en staten.
Geschiedenis Magazine 2020 nr. 1 (Henk Slechte)
"Met een index die het toegankelijk maakt voor het opzoeken van namen en plaatsen zou het lange tijd het Nederlandse standaardwerk over de Hanze-geschiedenis zijn."
"Als je inwoner bent van een van onze huidige Hanzesteden, mag je dit boek eigenlijk niet overslaan. Ook voor andere belangstellenden voor de geschiedenis van de handel is het zeer de moeite waard."
boekenbijlage.nl 6 april 2020 (Kees de Kievid)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten