In 1912 publiceerde William Hope Hodgson The Night Land, een epische roman over het einde der tijden, waarmee hij schrijvers als H.P. Lovecraft en Clark Ashton Smith inspireerde. Nog steeds beïnvloedt Hodgson schrijvers over de hele wereld, ook in de Lage Landen, waar de nuchtere inslag van het Nederlandse volk contrasteert met zijn soms hoogdravende proza. Dit levert kleine, intieme verhalen op waar de kneuterigheid vanaf straalt maar soms ook megalomane vergezichten waar niet op een miljoen mensenlevens wordt gekeken.
De bundel Eindtijden in de polder (uitgave EdgeZero) bevat, aldus de uitgever, de visies van gerenommeerde Nederlandse sciencefiction-, fantasy- en horrorschrijvers over een toekomstige eindtijd in de Nederlandse polders. De opgenomen verhalen zijn van Tais Teng, Roderick Leeuwenhart, Jaap Boekestein, Mike Jansen, Dick van der Bij, Anaïd Haen, Django Mathijsen, Joy Ruijmgaart, Jack Schlimazlnik, Frank Roger, Jan J.B. Kuipers en Johan Klein Haneveld.
Jan J.B. Kuipers schrijft meestal op de geschiedenis gebaseerde verhalen en vanwege de cynische toon behoren die meestal niet tot mijn favorieten, ook al zijn ze zonder meer goed geschreven. Maar hij is een bredere schrijver dan dat en zijn toon blijkt heel goed te passen bij het eindtijdthema van Hodgson. Hier reïncarneren mensen in een stervende wereld, waar zelfs de insecten ons verlaten. Zoals het Nederlanders betaamt zijn er altijd mensen die er een slaatje uit proberen te slaan. Mooi verhaal.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten